Op de kaart die hierboven is afgedrukt zijn zestien plantages vermeld aan Kanaal 2 - aangelegd tussen de plantages La Retraite en Bellevue aan de Westwal (de rivier staat links op deze kaart) - maar er zijn er negentien ingekleurd. Drie ervan hebben geen naam. Men begon met graven aan het tweede kanaal aan de Westwal van de Demerary-rivier in het najaar van 1775, of wellicht al wat eerder. Het belangrijkste argument was het maken van een communicatie-verbinding tussen Demerary en Essequebo die het reizen zou vergemakkelijken en de gevaarlijke zee-route zou vermijden. Maar zo'n kanaal hielp ook om het natte binnenland van de kolonie te ontwateren en geschikt te maken voor de aanleg van lucratieve (koffie)plantages. Misschien was een bijkomende reden de publieke veiligheid: in 1771 werd vastgesteld dat in dit gebied, achter de plantage La Retraite een flink aantal gevluchte slaafgemaakten verbleven die een bedreiging waren voor de stabiliteit van de kolonie. De ca. 40 kilometer graven tot aan de rivier Essequebo is bij lange na niet gehaald. Men is niet ver gekomen – tien kilometer hooguit.

In inventarisnummer AZ.1.41B van het archief 1.05.21 waarin het Nationaal Archief digitale kopieën verzamelt van stukken die nu in Guyana bewaard worden, bevindt zich een afschrift van de goedkeuring die de Kamer Zeeland van de West Indische Compagnie geeft voor het graven van dit kanaal en de uitgifte van concessies. Het stuk (scan 83) dateert van 8-2-1773. Het betreft het octrooi tot het "graven van een Canaal van Communicatie tussen Essequebo en Demerary", waartoe commandeur G.H. Trotz het initiatief had genomen. Het verzoek om de plantages langs dit kanaal de eerste 25 jaar vrijstelling te geven van 'colonie ongelden' (een soort ozb-belasting) wordt door de Zeeuwse WIC niet gehonoreerd, maar terugverwezen naar het lokale koloniebestuur zelf. Het onderhoud aan de dijken, dammen en de vaart zelf kan worden betaald uit de publieke tol-opbrengsten. Verder wordt concessie voor het stichten van een plantage gegeven aan oud commandeur Jan Cornelis van den Heuvel aan de 'benedenzijde' (met een facade van 600 roeden - wat relatief veel is). En de al eerder toegezegde concessies worden bevestigd, te weten: per 5-1-1771 kreeg J.F. de Saffon duizend akkers, en ook P. van Helsdingen en (zijn zwager) C. van den Oudermeulen kregen samen 1000 akkers. Per 4-1-1772 kregen Judic, Anna Catharina en Joseph Jeremi Marchand en Marie Francoise de Saffon (de eerste drie, en mogelijk ook de vierde zijn kinderen van Madeleine Colombier en stiefkinderen van J.F. de Saffon, die dus ook al 1000 akkers had) eveneens 1000 akkers. Ook Antoine Bergounhon de St Felix verwierf toen 500 akkers. Pieter van Helsdingen vroeg op 23-11-1780 met succes aan het bestuur van Demerary om een landbrief, waarin deze concessie van 1000 akkers in Canaal 2 wordt bevestigd [AB.3.28, scan 228]. Ik heb een poging gedaan om de genoemde concessies hieronder te lokaliseren.

Mijn voorlopige hypothese is dat J.F. de Saffon, die de eerste concessie kreeg, 1000 akkers verwierf direct achter plantage Bellevue, aan de zuidkant van het kanaal dus. Die 1000 akkers zijn door de dood van zijn vrouw gesplitst: de drie kinderen uit eerste huwelijk van zijn vrouw verkopen in 1790 500 akkers aan Nicolaas Pierson, die ze daarna opnieuw splitst in twee plantages van elk 250 akkers (hier de plantages genummerd 18 en 19). De andere 500 akkers van J.F. de Saffon (dus de plantages nr. 16 en 17) komen op een onbekend moment - maar al voor 1790 - in handen van Voiturier en Descaves. De akkers van Van Helsdingen kan ik niet localiseren. De 1000 akkers van de drie kinderen Le Marchand en M.F. de Saffon liggen juist het meest westelijk aan Kanaal 2, mogelijk ter hoogte van de nr.s 9,10,11 en 12 (die laatste is op verscheidene kaarten gemerkt als hun eigendom.) De 500 akkers van Antoine Bergounhon de St. Félix liggen aan de Noordzijde ter plaatse van plantage 1.

In de notulen van het Hof van Demerary dd 23-4-1779 bevindt zich een concept-reglement voor Canaal nr 2 [HaNa 1.05.21 AB.3.25 p. 200, scan 105]. Het reglement bepaalt dat de ondernemers in het kanaal er zorg voor dragen dat het kanaal schoon blijft en bevaarbaar, ook het gedeelte van het kanaal dat tussen de twee plantages aan de monding ervan liggen, namelijk La Retraite en Bellevue. De ondernemers moeten hun dijken en greppels op orde houden om dambreuken en overstroming te voorkomen.  Gedurende het periodieke onderhoud van het kanaal stellen alle planters twee slaafgemaakten beschikbaar per 500 akkers plantage. Er moeten sluizen worden gemaakt om het water van de polder inhet kanaal te reguleren en van het kanaal in de rivier. Ook worden er twee bruggen gebouwd: één ter hoogte van de monding van het kanaal in de rivier, en één op een afstand van 750 roeden daarvan, d.w.z. aan het uiteinde van de plantages La Retraite en Bellevue. Die bruggen moeten hoog genoeg zijn om er met een tentjacht onderdoor te kunnen varen, en met een paard overheen te kunnen rijden. Er is ook sprake van het graven van een verbindingskanaal tussen de kanalen 1 en 2. De ondernemers aan het kanaal zullen jaarlijks bijeenkomen om een Commissaris te kiezen die toezicht houdt op naleving van de afspraken; als eerste commissaris wordt door het Hof van Demerary J.F. de Saffon aangesteld, die er ook een plantage heeft. Het hof is zo enthousiast over dit reglement, dat het op dezelfde dag ook van kracht wordt verklaard voor de kanalen 1 en 3, waarvan de respectievelijke commissarissen Johannes Bourda en mr. L.I.D. baron van Grovestins zijn.

De negentien plantages die hierboven op kaart staan aangegeven heb ik opnieuw genummerd van 1 tot 6 aan de Noordzijde (de onderkant van de kaart hierboven), en de nummers 7 t/m 19 weer teruggaand aan de Zuidzijde.

Mr. Louis Idserd Douwe van Sirtama, baron van Grovestins, raadsheer in het Hof van Demerary, is aangewezen als Commissaris van Kanaal 2, zoals zijn collega Joseph Bourda dat was voor Kanaal 1.

Ik trof in Kanaal 2 de volgende plantages aan op kaarten en in de bronnen:

Barcellona – Zuidzijde – 12

Beau Sejour - Zuidzijde - 18

Chatham (Houtgrond) – Noordzijde – 5

Destin, le - Noordzijde - 2

Destiné, la - Noordzijde - 2

Eensgezindheid – Noordzijde – 2

Egypte - Noordzijde - 3 en 4

Egypte - Zuidzijde - 19

Elbeuf - Zuidzijde - 17

Enckhuijsen (Houtgrond) – Noordzijde – 3

Grove, the - Zuidzijde - 13

Haarlem – Zuidzijde – 19

Hanauw – Zuidzijde – 15

Johanna Philippina – Zuidzijde – 11

Kleijn en Rhijn - Zuidzijde - 15

Kleijn Paris – Zuidzijde – 16

Koningsbergen – Zuidzijde – 14

Magthalena, de – Zuidzijde – 10

Marcken – Zuidzijde – 9

Maria Juliana (Houtgrond) – Noordzijde – 1

Maria's Rust - Zuidzijde – 14

Mon Désir - Zuidzijde - 16

Nieuw Cadix (Nieuwen aanleg) – Noordzijde – 4

Nieuwen Aanleg, den - Noordzijde - 5

Nieuw London – Zuidzijde – 17

Nimwegen – Zuidzijde – 13

Ongenoemd – Noordzijde – 6

Ongenoemd – Zuidzijde – 7

Ongenoemd – Zuidzijde – 8

Resource, the of la - Zuidzijde - 16

Thübingen – Zuidzijde – 18

Upper Egipt - Noordzijde - 4

Bij gebrek aan voldoende bronnen is het erg lastig om (op dit moment, wellicht onthullen de bronnen later meer) met de gewenste stelligheid de eigendomsverhoudingen, omvang en teelten of aantal slaafgemaakten van deze plantages weer te geven. Ik houd dus een slagje om de arm voor wat hieronder volgt, wat de plantages aan Kanaal 2 betreft.

In The Demarara and Essequebo Vademecum uit 1825 worden in Kanaal 2 aan de Noordzijde vier plantages genoemd (Middlesex and Beau sejour met 158 slaafgemaakten; Resource, 44 slaafgemaakten; Alliance, van eigenaar C.T. Player met 45 slaafgemaakten; Nieuwen Aanleg van gemachtigde J.F. Sils met 143 slaafgemaakten) en aan de zuidzijde eveneens vier (Klyn and Ryn van eigenaar S.R. Nurse met 49 slaafgemaakten; The Bell niet verder genoemd; Onverwagt van eigenaar A.C. Trotz met 23 slaafgemaakten; Rosetta, niet verder genoemd). Recource en Nieuwen Aanleg heb ik inmiddels kunnen traceren (zie hieronder), de andere plantages nog niet.

Kanaal 2 - Noordzijde

Kaart 4.Vel 1502 uit ca 1795

Kaart 4.VEL 661 uit 1798

Plantage 1. (Maria Juliana)

Eigenaar:  J.C. van den Heuvel (1784), H.H. van den Heuvel & Co (1788, '92), Couderc, Saportas & Van den Heuvel (1801), Couderc, Saportas, erven F. Martin (1818)

Beheerder/directeur/administrateur:  A.F. van Voss (1788)

Aantal tot slaaf gemaakten:

Omvang: 500 akkers (1788), 375 akkers (1793, '98, 1801, '18)

Product: "houtgrond" (d.w.z.: niet gebruikt als plantage maar voor oogst van tropisch hout) (1788), koffie (1798)

Gegevens uit de bronnen: J.C. van den Heuvel, de oud-commandeur van Demerary, transporteert op 19-1-1784  een stuk land gelegen in Canaal 2 tussen de gronden van plantage La Retraite (gelegen aan de Westoever van de Demerary-rivier en eveneens eigendom van Van den Heuvel) en de gronden van A.B. de St. Felix. Aangezien Van den Heuvel & Co in 1788 en H.H. van den Heuvel & Co volgens kaart 4.VEL 1499A en B uit 1792 de plantage pal achter 'La Retraite' in bezit hadden, lijkt het me waarschijnlijk dat J.C. van den Heuvel bij uitgifte van de concessies voor gronden langs kanaal 2 een grote concessie van bijvoorbeeld 1000 akkers heeft verworven, die hij heeft gesplitst, waarna hij zelf het oostelijke deel behield en in 1784 het westelijke deel van de hand heeft gedaan. Deze veronderstelling wordt ten dele bevestigd door de hieronder genoemde bron van 20-1-1777 waarbij inderdaad een concessie van duizend akkers wordt gegeven aan de eigenaren van 'La Retraite' - al staat daar dat het om 500 akkers ten noorden, en 500 akkers ten zuiden van het kanaal gaat. In latere bronnen is er sprake van een (resterende) plantage van 375 akkers achter La Retraite. In de in de inleiding genoemde akte staat dat J.C. van den Heuvel zelfs een concessie kreeg voor een facade van 600 roeden, wat (bij een diepte van 750 roeden) zelfs overeenkomt met 1500 akkers.

1771, 10-1: NL-HaNA_1.05.21_AB.3.11_0066, pagina 77: volgens een rapportage door Charles van Baerle bevinden zich achter de plantage La Retraite ca 50 weggelopen slaafgemaakte zwarten. De directeur-generaal heeft daarop geprobeerd 100 mensen uit de Caraïben ('Caraibissen') bijeen te brengen, maar dat is niet gelukt. Nu wordt overwogen om een groep van ca. 25 burgers met schutters en last-dragende zwarten onder leiding van burger-kapitein Bogaard op expeditie te sturen, waarbij een premie van fl 50,- "voor ieder kop" wordt uitgeloofd.

1773, 8-2: NL-HaNa 1.05.21 AZ.1.41B scan 83: oud commandeur Jan Cornelis van den Heuvel krijgt van de bewindvoerders van de Kamer Zeeland van de WIC een concessie aan de 'benedenzijde' van het nog te graven Canaal nr 2 voor een plantage met een facade van 600 roeden (wat relatief veel is: vaak gaat het om 100 à 200 roeden facade).

1777, 20-1: NL-HaNA_1.05.21_AB.3.20, scan 74, p. 130 ev: A.S. Strik van Linschooten heeft zich tot de Vergadering van Tienen gericht, vanwege de toestand van de plantage La Retraite: de plantage is ondergelopen, wat waarschijnlijk te wijten is aan het graven van een kanaal tussen deze plantage en die van de heer Daly. Er zijn door de overstroming 9600 koffie-bomen verloren gegaan. Dat zou nooit gebeurd zijn, als men adequate dammen of polders had aangelegd, zoals altijd moet gebeuren. De greppels (trensen) die gegraven zijn hebben geen effect. Er wordt tegengeworpen dat de plantage ongunstig ligt: er is een moeras of kuil achter de plantage waar water in stroomt van de Kleijne Zandriff die een paar honderd roeden achter de plantage ligt. Als het heftig regent, stroomt de plantage over, dat is logisch.

1777, 20-1: NL-HaNA_1.05.21_AB.3.20, scan 140, p. 260 ev: plantagedirecteur Bernard Albinus stelt vast dat slaafgemaakten van zijn plantage La Retraite aan het werk zijn in Kanaal 2, terwijl La Retraite helemaal geen concessie heeft in dat kanaal, en Albinus daar in elk geval geen bewijzen van heeft gezien. Hij wil de slaafgemaakten dus weer terughalen. Daarop besluit het Hof dat plantage La Retraite ook nog een concessie voor 1000 akkers in kanaal 2 krijgt, namelijk 500 akkers aan de noordzijde van het kanaal, en 500 aan de zuidzijde. De belendingen zijn in de tekst blanco gelaten.

1788: NL-HaNA 1.05.01.02, invnr 191: Generale Staat van de Rivier Demerary (...), 1788. scan 5: volgnr. 56: Dit stuk grond heeft geen naam, maar is aangeduid met 'houtgrond'.  Deze grond is niet met hypotheek belast. De grond, met een omvang van 500 akkers, is eigendom van H.H. van den Heuvel & Co, en A.F. van Voss voert de directie en/of administratie, net als bij plantage La Retraite. 

1792: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 1499A: Canaal no. 2 Noord Zijde. De eerste plantage achter La Retraite is eigendom van H.H. van den Heuvel & Comp.

1793, 13-8: Het Utrechts Archief NA nots T, Koppen [34-4.2065 akte 58]: Mr. Jacob Adriaan van den Heuvel (raadsheer van de provincie en decaan van het kapittel van Maria), Andries Jan Strick van Linschoten, heer van Loenersloot, hebben bij koopcontract den 8-8-1793 voor notaris Lette te Amsterdam hun koffieplantage La Retraite (op de rivier Demerary, tussen ‘De Toevlugt’ en Canaal 2, inclusief de bepotinge, beplantinge, gebouwen, huizen, loodsen, sluizen, molens, slaven, slavinnen, hoornvee, muilezels en gereedschappen) alsmede een concessie van 375 akkers groot in Canaal 2 (achter La Retraite en naast Morris), verkocht aan Jean Samuel Couderc (fa. Couderc, Brants en Changuion), Samuel Saportas, David Saportas en Abraham Jeremias Johan van den Heuvel (die op 19 juli j.l. van de Staten Generaal venia aetatis verkreeg, d.w.z. als minderjarige het recht om zelfstandig te handelen). Ze machtigen Anthony Meertens (oud fiscaal in Demerary) om de hypotheek over te zetten op de naam van de nieuwe kopers.

ca. 1795?: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 1502: de eerste plantage aan de Noordzijde van Canaal 2, achter La Retraite, heet Maria Juliana

1798: Nationaal Archief, kaart van F. van Buchenroeder 4.VEL1490A: met de bijbehorende Liste des Habitations etc. in 1490C: In Canal No. 2 au Nord, is plantage nr. 1  van eigenaar H. van den Heuvel. De plantage is 375 akkers groot en produceert koffie.

1798: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 661 (Engelse kaart): In de eerste plantage aan de noordkant van kanaal 2 staat 'Van den Heuvel' geschreven

1801, 10-10: Het Utrechts Archief NA nots T, Koppen [34-4.2073 akte 137]: Andries Jan Strick van Linschoten, heer van Loenersloot etc., en vrouwe Henrietta Adriana Wttewaall, weduwe en boedelhoudster van mr. Jacob Adriaan van den Heuvel mede namens haar zoon Mr. Hendrik Adriaan van den Heuvel en haar dochter Henrietta Hermina van den Heuvel (getrouwd met mr. Joan Gideon Loten), de gezamenlijke oud-eigenaars van de koffieplantage La Retraite in Demerary, en van een concessie, groot 375 akkers, gelegen in kanaal nr 2 achter deze plantage. Ze hebben deze plantages verkocht aan Jean Samuel Couderc (voor het huis van negotie Couderc, Brands en Changuion) voor 1/3 deel; aan Samuel Saportas voor 5/8 in 1/3 deel (= 5/24 deel) en aan David Saportas voor 3/8 in 1/3 deel (= 3/24 deel) en dus samen ook voor 1/3 deel; aan Abraham Jeremias Johan van den Heuvel die in 1793 veniam aetatis verwierf, ook voor 1/3 deel. Dat blijkt uit het koopcontract dd 8-8-1793 voor nots. J.A. Lette te Amsterdam. De gehele koopsom is nu betaald, en de verkopers kwijten de kopers daarom vrij.

1818: CBG, 'Lijst van eigenaren van plantages en houders van hypotheken op plantages in Berbice, Demerara en Essequebo' transcriptie Paul Koulen. Pagina 76, volgnummer 250. La Retraite, gelegen aan de West wal groot ca. 1.000 Akkers, waar bij een Concessie groot 375 Akkers agter de gemelde plantaadje aan het Canaal no. 2 gelegen; De opgave is verricht door Couderc, D. & M. P. Brants te Amsterdam voor de eigenaren/hypotheekhouders Couderc, Brants & Changuion te Amsterdam. Samuel & David Saportas te Amsterdam; Zij zijn eigenaar voor 1/3 en voor 1/3; het overige 1/3 gedeelte behoort aan de Erven van Francois Martin van Demerarij thans in Frankrijk; De plantage produceert Suiker & Coffij; (F) Een acte Hijpotecair op het â…“ aandeel van Francois Martin in dato 19 aug. 1811 groot ƒ56.000 ten behoeve van Couderc, Brants & Changuion te Amsterdam tegen intrest van 5 pct. ’s Jaars en in 4 Jaren af te lossen, als in 1812, ƒ15.000; 1813, ƒ15.000; 1814, ƒ15.000; 1815, 11.000; De opbrengst van de plantage bedraagt 350 a 400.000 pond Suiker 350 a 450.000 pond Koffij; In dato 19 aug. 1811 heeft Francois Martin voor Notaris Toe Laer, Amsterdam, Procuratie gepasseerd op Stephen Cramer te Demerarij, om aldaar het noodige te verrichten; door verhinderde correspondentie zijn acte en Procuratie niet voor de maand september 1813 te Demerarij gekomen, ten gelijken tijd met de tijding van de dood van Francois Martin, zoo dat door Stephen Cramer gesuggereerd is om aan de op hem gelegde last te voldoen; en dit Hijpoteek is dus niet geregistreerd geworden, ten minsten de geldschieters hebben geene bewijzen ontvangen.

Kaart 4.vel 1502, ca 1795

Kaart 4.vel 661, 1798

Plantage 2. La Destinée (1788, '91), Le Destin (1798) (Eensgezindheid, ca. 1795?)

Eigenaar:  J.C. van den Heuvel (1777-1784), Le Chevalier de Londeyx en Bartodi  (1784-1787), Nicolaas Pierson/Pearson (1787-'91), Thomas Morris (1791-'94) T. Tarleton & Comp. (1798)

Beheerder/directeur/administrateur: 

Aantal tot slaaf gemaakten: 64 (1788), 80 (1791), 47 arbeidskrachten (1792), 44 (1825)

Omvang: 500 akkers ('88), 375 akkers (1798)

Product: koffie (1788, '98)

Gegevens uit de bronnen: J.C. van den Heuvel, de oud-commandeur van Demerary, transporteert op 19-1-1784  een stuk land gelegen in Canaal 2 tussen de gronden van plantage La Retraite (gelegen aan de Westoever van de Demerary-rivier en eveneens eigendom van Van den Heuvel) en de gronden van A.B. de St. Felix aan Le Chevalier de Londex en Bartodi. 

De plantage is in 1791 verkocht aan Thomas Morris, die een compagnieschap had met William Postletwaite in Granada. Na Thomas Morris' dood verwierf Postlewaite de gehele plantage La Destiné (die inmiddels The Resource of La Recource was gaan heten) en voegde daar vervolgens de plantage Mon Désir aan toe die hij eveneens uit de boedel Morris had overgenomen. Zo staat het in de bron, maar Mon Désir ligt aan de overzijde van het kanaal en is dus niet fysiek bij de plantage gevoegd.

1771, 10-1: NL-HaNA_1.05.21_AB.3.11_0066, pagina 77: volgens een rapportage door Charles van Baerle bevinden zich achter de plantage La Retraite ca 50 weggelopen slaafgemaakte zwarten. De directeur-generaal heeft daarop geprobeerd 100 mensen uit de Caraïben ('Caraibissen') bijeen te brengen, maar dat is niet gelukt. Nu wordt overwogen om een groep van ca. 25 burgers met schutters en last-dragende zwarten onder leiding van burger-kapitein Bogaard op expeditie te sturen, waarbij een premie van fl 50,- "voor ieder kop" wordt uitgeloofd.

1777, 20-1: NL-HaNA_1.05.21_AB.3.20, scan 74, p. 130 ev: A.S. Strik van Linschooten heeft zich tot de Vergadering van Tienen gericht, vanwege de toestand van de plantage La Retraite: de plantage is ondergelopen, wat waarschijnlijk te wijten is aan het graven van een kanaal tussen deze plantage en die van de heer Daly. Er zijn door de overstroming 9600 koffie-bomen verloren gegaan. Dat zou nooit gebeurd zijn, als men adequate dammen of polders had aangelegd, zoals altijd moet gebeuren. De greppels (trensen) die gegraven zijn hebben geen effect. Er wordt tegengeworpen dat de plantage ongunstig ligt: er is een moeras of kuil achter de plantage waar water in stroomt van de Kleijne Zandriff die een paar honderd roeden achter de plantage ligt. Als het heftig regent, stroomt de plantage over, dat is logisch.

1777, 20-1: NL-HaNA_1.05.21_AB.3.20, scan 140, p. 260 ev: plantagedirecteur Bernard Albinus stelt vast dat slaafgemaakten van zijn plantage La Retraite aan het werk zijn in Kanaal 2, terwijl La Retraite helemaal geen concessie heeft in dat kanaal, en Albinus daar in elk geval geen bewijzen van heeft gezien. Hij wil de slaafgemaakten dus weer terughalen. Daarop besluit het Hof dat plantage La Retraite ook nog een concessie voor 1000 akkers in kanaal 2 krijgt, namelijk 500 akkers aan de noordzijde van het kanaal, en 500 aan de zuidzijde. De belendingen zijn in de tekst blanco gelaten.

1784, 19-1: NL-HaNA_1.05.21_AZ.3.2_0159: (kopie akte opgemaakt voor den heer De Londeyx dd 1-3-1784): J.C. van den Heuvel, oud-commandeur van Demerary, transporteert aan de heren De Londex en Bartodi een stuk land gelegen in Canaal nr 2, tussen de gronden van La Retraite en A.B. de St Felix, conform het koopcontract van 22 dec. j.l. Le Chev. de Londex en Bartodi verklaren het te hebben ontvangen zie akte AZ.5.8 nr 44, scan 117

1787, 29-10: NL-HaNA_1.05.21_AZ.3.3_0034: Le Chevallier de Londeyx transporteert aan de Heere Nicolaas Pierson zeker stuk land gelegen in ’t Canaal no. 2 tussen de gronden van La Retraite en A.B. de St Felix conform het door beide partijen ondertekende contract. Als gemachtigde van Pierson ondertekent procureur Jan Bom deze verklaring.

1788: NL-HaNA 1.05.01.02, invnr 191: Generale Staat van de Rivier Demerary (...), 1788. scan 5: volgnr. 57: Plantage La Destiné is niet met hypotheek belast. De eigenaar is N. Pearson. Op de plantage wonen drie volwassen blanken, en er zijn 64 tot slaaf gemaakten. De grond, met een omvang van 500 akkers, telt 22.000 koffieplanten. Twee mannen zijn in staat om wapens te dragen, daarnaast wonen er op de plantage vier 'couleurde' vrije vrouwen en één vrije man. Er zijn geen paarden of muilezels, maar wel 6 stuks vee ('hoornbeesten'). Ter verdediging zijn op de plantage tien geweren en drie degens aanwezig, er is tien pond buskruit en zes pond kogels.

1791, 7-1: NL-HaNA_1.05.21_AZ.5.10_0230: N. Pierson enerzijds en Joseph Hamer als gemachtigde van Ths: Morris anderzijds (blijkens een machtiging van 17-11-1790) verkopen en kopen de plantage La Destinée met gebouwen, bepotingen en beplantingen "en tagtig stuks neeger en andere zoo slaaven als slavinnen" voor een koopsom van fl 94.000,- conform de onderhandse verkoopakte van 5-11-1790. De koper betaalt daarvoor fl 50.000,- contant en fl 5.528,- in wisselbrieven, waarna de verkoper de koper in het bezit stelt van de plantage. De formele overdracht vindt plaats zodra de koper een hypotheek gekregen heeft voor het resterende bedrag fl 38.472,-. Die restschuld wordt afgelost door op 1-1-1792 fl 8.472,- te betalen, terwijl voor het restant 6% rente wordt betaald, en de volgende jaren steeds fl 10.000,- wordt afgelost. Mocht de koper echter voor eind februari het hele bedrag kunnen betalen, dan krijgt hij een korting van fl 8.000,-.

1791, 10-1: NL-HaNA_1.05.21_AZ.3.3_0204: Nicolaas Pierson is eigenaar van zekere plantagie ‘La Destinee’ gelegen in Canaal 2 tussen de plantage La Retraite en de gronden van de boedel wijlen St Felix. Hij transporteert deze plantage, met slaafgemaakten en ap- en dependentien aan Thomas Morris (zijn gemachtigde: Joseph Hamer), conform het koopcontract tussen beiden op 7-1-1791. Koopsom fl 94.000,- (te weten fl 55.528,- contant en voor het restant van fl 34.472 een hypotheek t.g.v. Pierson)

1792: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 1499A: Canaal no. 2 Noord Zijde. De tweede plantage achter La Retraite is eigendom van 'Morrisson'

1792: NL-HaNA 1.05.04.02 invnr 197, scan 12: Thomas Morris betaalt voor 47 "werkbare slaaven" op de plantage 'La Destinée, nu Resource' fl 117,50 hoofdgeld (belasting)

1794, 19-3: NL-HaNA_1.05.21_AZ.3.6_0009: William "Postelhwaite" te Granada is gemachtigde van de erven van Thomas Morris (blijkens een akte van 9-3-1793 uit Guindee, Noord-Wales). Morris heeft in zijn leven een plantage gekocht van N. Pierson, genaamd geweest La Destinée, en nu The Resource, gelegen in Canaal nr 2, waarvan het transport plaatsvond op 10-1-1791, maar ook toen al was er sprake van een firma Morris & "Posthlethwade", zodat William Postletwaite voor de helft eigenaar is van deze plantage (de bewijzen daarvan zijn ter secretarie geregistreerd). Postletwaite verkoopt nu de andere helft, van de erven Morris, aan zichzelf, zodat hij thans de gehele plantage The Resource bezit. Deze akte kan haast niet juist zijn. Plantage La Destinée ligt aan de Noordzijde van Kanaal 2, plantage La Resource / The Resource ligt aan de Zuidkant. Beide plantages zijn van Thomas Morris, maar deze akte moet over de plantage aan de Zuidkant gaan, dus niet over La Destinée

ca. 1795?: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 1502: de tweede plantage aan de Noordzijde van Canaal 2, achter La Retraite, heet Eensgezindheid

1798: Nationaal Archief, kaart van F. van Buchenroeder 4.VEL1490A: met de bijbehorende Liste des Habitations etc. in 1490C: In Canal No. 2 au Nord, is plantage nr. 2 'Le Destin' van eigenaar T. Tarleton & Comp. De plantage is 375 akkers groot en produceert koffie.

1798: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 661 (Engelse kaart): In de tweede plantage aan de noordkant van kanaal 2 staat 'Morris' geschreven

1818: CBG, 'Lijst van eigenaren van plantages en houders van hypotheken op plantages in Berbice, Demerara en Essequebo' transcriptie Paul Koulen. In deze bron komt deze plantage niet voor.

1825: The Demarara and Essequebo Vademecum uit 1825 vermeldt als tweede plantage in Canal 2 de plantage The Resource, met 44 tot slaaf gemaakten. Een eigenaar is niet vermeld.

Kaart 4.VEL 1490A uit ca 1798

Kaart 4.VEL 661 uit 1798

Plantage 3. Egipten (1791), Enckhuijsen (1795),

Eigenaar:  Antoine Bergounhon de Saint Felix (1788), John Daly jr. (1791-?)

Beheerder/directeur/administrateur: 

Aantal tot slaaf gemaakten: 64 (1788)

Omvang: 500 akkers ('88), 475 akkers (1798)

Product: houtgrond (1788) koffie (1798)

Gegevens uit de bronnen: Antoine Bergounhon de St. Felix overlijdt in 1790, nadat hij op 1 april zijn testament heeft opgemaakt. Hij is niet alleen eigenaar van 'La Parfaite Harmonie', maar ook van grond in Kanaal 2 (de latere plantage Egipte), en in maart 1789 verwerft hij ook de plantage 'Schoonoord', die aan de Westwal van de rivier ligt, met de achterzijde grenzend aan La Parfaite Harmonie. A.B. de St. Felix was, voordat hij planter werd, maar ook in 1776 nog, chirurgijn op de plantage Princes Carolina, eigendom van baron Van Grovestins [SA Amsterdam, 5075 NA nots Winthuijsen 15278-nr 1145, scan 350]. In 1776 machtigt de baron Francois Changuion jr. om specifiek deze chirurgijn te vragen om rekening en verantwoording af te leggen over zijn uitgaven en kosten. Op 3 maart 1783 trouwt De St. Felix in Demerary met Maria Osborn. Hij wordt dan vermeld als 'inspecteur van 't koninklijk hospitaal' in Demerary. Ze krijgen drie kinderen (Anna, Antoine Richard en Louis Thomas de St. Félix). In zijn testament heeft hij François Martin en dhr De la Carboniere de Coral aangewezen als executeur van de boedel en voogd over de kinderen.

In december 1791 wordt door de executeurs van het testament van De St Felix de helft van plantage Egipten verkocht aan J. Daly jr. De hele plantage ligt tussen de gronden van N. Pierson en J. Bourda. Op latere kaarten lijkt het erop dat John Daly jr. ook de andere helft van de plantage heeft verworven, want zijn naam staat dwars over twee afzonderlijke percelen op kaart 4.VEL 661. In 1794 verkoopt John Daly jr. die andere helft, de plantage 'Upper Egipt' naast de plantage van Bourda, aan R. Merchant.

1771, 10-1: NL-HaNA_1.05.21_AB.3.11_0066, pagina 77: volgens een rapportage door Charles van Baerle bevinden zich achter de plantage La Retraite ca 50 weggelopen slaafgemaakte zwarten. De directeur-generaal heeft daarop geprobeerd 100 mensen uit de Caraïben ('Caraibissen') bijeen te brengen, maar dat is niet gelukt. Nu wordt overwogen om een groep van ca. 25 burgers met schutters en last-dragende zwarten onder leiding van burger-kapitein Bogaard op expeditie te sturen, waarbij een premie van fl 50,- "voor ieder kop" wordt uitgeloofd.

1784, 19-1: NL-HaNA_1.05.21_AZ.3.2_0159: (kopie akte opgemaakt voor den heer De Londex dd 1-3-1784): J.C. van den Heuvel, oud-commandeur van Dem, transporteert aan de heren De Londex en Bartodi een stuk land gelegen in Canaal nr 2, tussen de gronden van La Retraite en A.B. de St Felix, conform het koopcontract van 22 dec. j.l. Le Chev. de Londex en Bartodi verklaren het te hebben ontvangen

1787, 29-10: NL-HaNA_1.05.21_AZ.3.3_0034: Le Chevallier de Londeyr transporteert aan de Heere Nicolaas Pierson zeker stuk land gelegen in ’t Canaal no. 2 tussen de gronden van La Retraite en A.B. de St Felix conform het door beide partijen ondertekende contract. Als gemachtigde van Pierson ondertekent procureur Jan Bom deze verklaring.

1788: NL-HaNA 1.05.01.02, invnr 191: Generale Staat van de Rivier Demerary (...), 1788. scan 5: volgnr. 58: De grond naast La Destiné is niet in cultuur gebracht, maar wordt gebruikt als 'houtgrond', d.w.z. voor de oogst van tropisch hout. De eigenaar is A.B. de St. Félix, de grond heeft een oppervlakte van 500 akkers.

1791, 10-1: NL-HaNA_1.05.21_AZ.3.3_0204: Nicolaas Pierson is eigenaar van zekere plantagie ‘La Destinee’ gelegen in Canaal 2 tussen de plantage La Retraite en de gronden van de boedel wijlen St Felix. Hij transporteert deze plantage, met slaafgemaakten en ap- en dependentien aan Thomas Morris (zijn gemachtigde: Joseph Hamer), conform het koopcontract tussen beiden op 7-1-1791. Koopsom fl 94.000,- (te weten fl 55.528,- contant en voor het restant van fl 34.472 een hypotheek t.g.v. Pierson)

1791, 5-12: NL-HaNA_1.05.21_AZ.3.3_0302: In zijn testament van 1-4-1790 heeft Antoine Bergounhon de St Felix François Martin (met De la Carboniere de Coral, maar die is uit de kolonie vertrokken) aangewezen als voogd over zijn drie minderjarige kinderen (Louis Thomas, Antoine Richard en Anna de St. Felix), en in die hoedanigheid transporteert hij de helft van zeker stuk grond genaamd Egipten in Canaal 2 aan Jean Daly jr, tussen de gronden van J. Bourda en N. Pierson, (die grond is op 8 feb. door Bourda en Cuming getaxeerd en op 10 feb. ter secretarie geregistreerd). De koper betaalt met een hypotheek van fl 7.750,-: de taxatiewaarde van de helft van deze grond.

1792: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 1499A: Canaal no. 2 Noord Zijde. De derde plantage achter La Retraite is eigendom van John Daly jr.

ca. 1795?: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 1502: de derde plantage aan de Noordzijde van Canaal 2, achter La Retraite, heet Enckhuijsen

1798: Nationaal Archief, kaart van F. van Buchenroeder 4.VEL1490A: met de bijbehorende Liste des Habitations etc. in 1490C: In Canal No. 2 au Nord, is plantage nr. 3  van eigenaar J. Daly. De plantage is 475 akkers groot en produceert koffie.

1798: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 661 (Engelse kaart): In de derde en vierde plantage aan de noordkant van kanaal 2 staat diagonaal 'Daly jr' geschreven

1818: CBG, 'Lijst van eigenaren van plantages en houders van hypotheken op plantages in Berbice, Demerara en Essequebo' transcriptie Paul Koulen. In deze bron komt deze plantage niet voor.

Kaart 4.VEL 661 uit 1798, met de meest waarschijnlijke kandidaat voor Upper Egipt

kaart 4.VEL 1502 uit ca. 1795 maakt melding van de plantages Enckhuijsen en Nieuw Cadix, die ik moeilijk kan matchen met andere kaarten en brongegevens. Als je de kaarten over elkaar heen legt vallen beide deels over de plantage van Daly junior en Nieuw Cadix ook over die van Bourda op de kaart uit 1805.

De derde kaart uit 1798, die bij de vorige plantage is afgedrukt, helpt ons niet verder uit deze onduidelijkheid

Plantage 4. Upper Egipt (1791), Enckhuijsen en/of Nieuw Cadix (1795),

alternatieve naam: Nieuw Cadix ?

Eigenaar:  Antoine Bergounhon de Saint Felix (1788), John Daly jr. (1791-'94),

Beheerder/directeur/administrateur: 

Aantal tot slaaf gemaakten: 64 (1788)

Omvang: 500 akkers ('88), 250 akkers ('94)

Product: houtgrond (1788) koffie (1798)

Gegevens uit de bronnen: In december 1791 wordt door de executeurs van het testament van De St Felix de helft van plantage Egipten verkocht aan J. Daly jr. De hele plantage ligt tussen de gronden van N. Pierson en J. Bourda. Op latere kaarten lijkt het erop dat John Daly jr. ook de andere helft van de plantage heeft verworven, want zijn naam staat dwars over twee afzonderlijke percelen op kaart 4.VEL 661. In 1794 verkoopt John Daly jr. die andere helft, de plantage 'Upper Egipt' naast de plantage van Bourda, aan R. Merchant. Vier jaar later en zeven jaar later wordt John Daly echter (op kaarten)  genoemd als de eigenaar van deze plantage (resp. nr. 3 en nr. 4 genoemd op die kaarten).

1791, 5-12: NL-HaNA_1.05.21_AZ.3.3_0302: In zijn testament van 1-4-1790 heeft Antoine Bergounhon de St Felix François Martin (met De la Carboniere de Coral, maar die is uit de kolonie vertrokken) aangewezen als voogd over zijn drie minderjarige kinderen (Louis Thomas, Antoine Richard en Anna de St. Felix), en in die hoedanigheid transporteert hij de helft van zeker stuk grond genaamd Egipten in Canaal 2 aan Jean Daly jr, tussen de gronden van J. Bourda en N. Pierson, (die grond is op 8 feb. door Bourda en Cuming getaxeerd en op 10 feb. ter secretarie geregistreerd). De koper betaalt met een hypotheek van fl 7.750,-: de taxatiewaarde van de helft van deze grond.

1792: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 1499A: Canaal no. 2 Noord Zijde. De derde plantage achter La Retraite is eigendom van John Daly jr.

1794, 5-2: NL-HaNA_1.05.21_AZ.3.6 scan 7: John Daly jr, oud-raadsheer van Justitie, heeft op 5 feb koopcontract gesloten met Roderick Merchant voor een stuk land aan de Noordzijde van Canaal 2, genaamd Upper Egipt, van 250 akkers groot naast de plantage van Joseph Bourda (ten Westen) voor fl 30.000,-. De aanduiding Noordzijde, Upper Egipt en John Daly jr maken het aannemelijk dat het over deze plantage gaat.Roderick Merchant lijkt geen familielid te zijn van de Nederlands/Franse familie Le Marchand, die bezittingen heeft aan de zuidzijde van dit kanaal.

ca. 1795?: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 1502: de vierde plantage aan de Noordzijde van Canaal 2, achter La Retraite, heet Nieuw Cadix, de derde plantage heet Enckhuijsen

1798: Nationaal Archief, kaart van F. van Buchenroeder 4.VEL1490A: met de bijbehorende Liste des Habitations etc. in 1490C: In Canal No. 2 au Nord, is plantage nr. 3  van eigenaar J. Daly. De plantage is 475 akkers groot en produceert koffie.

1798: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 661 (Engelse kaart): In de derde en vierde plantage aan de noordkant van kanaal 2 staat diagonaal 'Daly jr' geschreven

1818: CBG, 'Lijst van eigenaren van plantages en houders van hypotheken op plantages in Berbice, Demerara en Essequebo' transcriptie Paul Koulen. In deze bron komt deze plantage niet voor.

Kaart 4.VEL 1499B uit 1792, waarin plantage nr 4 op naam staat van Jos. Bourda.

Plantage 5. Den Nieuwen Aanleg (1818, '25)

alternatieve naam: Nieuw Cadix en/of Chatham (1795)

Eigenaar:  Joseph Bourda (1788, '91, '92, '94, '98, 1805), J.L.E. Ruijsch X Elisabeth Bourda (1818), J.F. Sils als gemachtigde van de eigenaar (1825)

Beheerder/directeur/administrateur: 

Aantal tot slaaf gemaakten: 0 (1788), 32 arbeidskrachten (1792), 143 (1825)

Omvang: 500 akkers ('88), 950 akkers (twee plantages van 475 akkers, 1798), 1000 akkers (1818)

Product: koffie (1788) koffie (1798)

Gegevens uit de bronnen: De locatie van deze plantage is niet helemaal duidelijk. In elk geval bezit Joseph Bourda de gronden aan de noordzijde van kanaal 2 naast John Daly jr. Die verkoopt echter een deel van zijn gronden in 1794 ('Upper Egipt') aan R. Merchant, maar op de kaarten vind ik dat niet terug. In latere kaarten en bronnen is Daly nog steeds (of opnieuw) de buurman van Bourda.

1788: NL-HaNA 1.05.01.02, invnr 191: Generale Staat van de Rivier Demerary (...), 1788. scan 5 volgnr. 59: het vierde stuk grond dat in deze bron genoemd wordt aan de Noordzijde van Canaal 2 is aangeduid met 'Nieuwen Aanleg'. De plantage heeft dus nog geen naam, maar is eigendom van J. Bourda. Er woont één blanke, maar er is nog geen vermelding van enige slaafgemaakten. Wel zijn er op de oppervlakte van 500 akkers 16.000 koffiebomen geplant. Over verdedigingsmiddelen, molens of vee is bij deze plantage niets vermeld. De volgende vermelding in het register, volgnr. 60, betreft een perceel 'houtgrond' van 250 akkers groot, eveneens eigendom van J. Bourda. Onduidelijk is of dat perceel aan de noord- of zuidzijde van de rivier ligt.

1791, 5-12: NL-HaNA_1.05.21_AZ.3.3_0302: De erfgenamen van A.B. de St. Felix transporteren een stuk grond genaamd Egipten in Canaal 2 aan Jean Daly jr,, gelegen tussen de gronden van J. Bourda en N. Pierson

1792: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 1499A: Canaal no. 2 Noord Zijde. De vierde plantage achter La Retraite is eigendom van Jos. Bourda

1792: NL-HaNA 1.05.04.02 invnr 197, scan 12: J. Bourda betaalt voor 32 "werkbare slaaven" op de plantage 'Een nieuwen Aanleg' fl 80,- hoofdgeld (belasting)

1794, 5-2: NL-HaNA_1.05.21_AZ.3.6 scan 7: John Daly jr, oud-raadsheer van Justitie, heeft op 5 feb koopcontract gesloten met Roderick Merchant voor een stuk land aan de Noordzijde van Canaal 2, genaamd Upper Egipt, van 250 akkers groot naast de plantage van Joseph Bourda (ten Westen) voor fl 30.000,-

ca. 1795?: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 1502: de vierde plantage aan de Noordzijde van Canaal 2, achter La Retraite, heet Nieuw Cadix, en de vijfde heet Chatham

1798: Nationaal Archief, kaart van F. van Buchenroeder 4.VEL1490A: met de bijbehorende Liste des Habitations etc. in 1490C: In Canal No. 2 au Nord, is plantage nr. 4  van eigenaar Jos. Bourda, en plantage nr. 5: dito. Beide plantages zijn 475 akkers groot en produceren koffie.

1798: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 661 (Engelse kaart): Op de vijfde plantage aan de noordkant van kanaal 2 staat Bourda vermeld.

1818: CBG, 'Lijst van eigenaren van plantages en houders van hypotheken op plantages in Berbice, Demerara en Essequebo' transcriptie Paul Koulen. Op pagina 78, plantage nr 255, is sprake van de plantages Vlissengen en Den Nieuwen Aanleg. De tweede is gelegen in Canaal nr 2 en 1000 akkers groot. De eigenaar, die ook de opgave van de hypotheeklasten deed voor dit register, is J.L.E. Ruijsch te Brussel. Hij is voor 1/4 eigenaar van de beide plantages, wegens zijn huwelijk met Elisabeth Bourda. 'Den Nieuwen Aanleg' produceert koffie.

1825: The Demarara and Essequebo Vademecum uit 1825 vermeldt als vierde plantage in Canal 2 de plantage Nieuwen Aanleg, eigendom van J.F. Sils (die echter optreedt namens een andere, niet genoemde eigenaar). De plantage telt 143 tot slaaf gemaakten.

Kaart 4.VEL 1502 uit ca. 1795

Plantage 6. geen naam

alternatieve naam:

Eigenaar: 

Beheerder/directeur/administrateur: 

Aantal tot slaaf gemaakten:

Omvang:

Product:

Gegevens uit de bronnen: Op kaart 4.VEL 1502 zijn aan de noordkant van kanaal 2 zes plantages ingekleurd. De zesde plantage heeft echter geen naam of nadere aanduiding, en ook elders ben ik hierover geen gegevens tegengekomen.

Kanaal 2 - Zuidzijde

Kaart 4.VEL 1502 uit ca. 1795

Plantage 7. en 8. geen naam

alternatieve naam:

Eigenaar: 

Beheerder/directeur/administrateur: 

Aantal tot slaaf gemaakten:

Omvang:

Product:

Gegevens uit de bronnen: Op kaart 4.VEL 1502 zijn aan de zuidkant van kanaal 2 dertien plantages ingekleurd. De twaalfde en dertiende plantages hebben echter geen naam of nadere aanduiding, en ook elders ben ik hierover geen gegevens tegengekomen.

Kaart 4.VEL 1502 uit ca. 1795

Plantage 9. (Marcken)

alternatieve naam:

Eigenaar: 

Beheerder/directeur/administrateur: 

Aantal tot slaaf gemaakten:

Omvang:

Product:

Gegevens uit de bronnen: Op kaart 4.VEL 1502 zijn aan de zuidkant van kanaal 2 dertien plantages ingekleurd. De elfde plantage (te beginnen met tellen achter Belle Vue) heet Marcken. Ik ben in de bronnen (vooralsnog) geen gegevens tegengekomen die deze plantage vermelden.

Kaart 4.VEL 661 uit 1798 met de plantages die ik 10 en 11 heb genummerd, van 'Cassu en Marchand'

Plantage 10. (De Magthalena)

alternatieve naam:

Eigenaar: kinderen van Marchand

Beheerder/directeur/administrateur: 

Aantal tot slaaf gemaakten:

Omvang:

Product: koffie

Gegevens uit de bronnen: Op kaart 4.VEL 1502 zijn aan de zuidkant van kanaal 2 dertien plantages ingekleurd. De tiende plantage (te beginnen met tellen achter Belle Vue) heet de Magthalena. Ik ben in de bronnen (vooralsnog) geen gegevens tegengekomen die deze plantage vermelden.
Overigens heet de moeder van de 'Kinderen  van Marchand' (volgens diverse kaarten eigenaren van deze plantage) Madeleine Colombier (oftewel: Magdalena..., net zoals de plantage). Joseph Jeremy, Judith, Anna Catharina le Marchand hebben sinds 4-1-1772 samen met Marie Francoise de Saffon een concessie van 1000 akkers in Canaal 2, 'Zuidzijde ofte bovenlijn'; [AZ.1.41B]. De drie kinderen le Marchand zijn kinderen van Madeleine Colombier, die in tweede echt trouwde met J.F. de Saffon, en mogelijk dus ook de moeder is van Marie Francoise de Saffon.

1792: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 1499A: Canaal no. 2 Zuidzijde. Plantage 10 (achter Belle Vue) is eigendom van de kinderen van Marchand

ca. 1795?: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 1502: de meest westelijke plantage aan de Zuidzijde van Canaal 2, naast Johanna Philippina heet De Magthalena

1798: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 661 (Engelse kaart): nr 2 Canal, aan de Zuidzijde. In de dubbele plantage het meest in het Westen van dit kanaal staan de namen van Marchand en Cassu

1798: Nationaal Archief, kaart van F. van Buchenroeder 4.VEL1490A: met de bijbehorende Liste des Habitations etc. in 1490C: In Canal No. 2 au Sud, is plantage nr. 10 van de kinderen van Marchand. De plantage produceert koffie

Kaart 4.VEL 1490A uit 1798

Plantage 11. (Johanna Philippina)

alternatieve naam:

Eigenaar:  (Cassie) (Marchand en Cassie)

Beheerder/directeur/administrateur: 

Aantal tot slaaf gemaakten:

Omvang:

Product: koffie ('98)

Gegevens uit de bronnen: Op kaart 4.VEL 1502 zijn aan de zuidkant van kanaal 2 dertien plantages ingekleurd. De negende plantage (te beginnen met tellen achter Belle Vue) heet de Johanna Philippina. Ik ben in de bronnen (vooralsnog) geen gegevens tegengekomen die deze plantage vermelden.

1792: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 1499A: Canaal no. 2 Zuidzijde. Plantage 1 (achter Belle Vue) is eigendom van Cassee

ca. 1795?: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 1502: de plantage aan de Zuidzijde van Canaal 2, tussen Barcellona en Magthalena heet Johanna Philippina

1798: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 661 (Engelse kaart): nr 2 Canal, aan de Zuidzijde. In de dubbele plantage het meest in het Westen van dit kanaal staan de namen van Marchand en Cassu

1798: Nationaal Archief, kaart van F. van Buchenroeder 4.VEL1490A: met de bijbehorende Liste des Habitations etc. in 1490C: In Canal No. 2 au Sud, is plantage nr. 9 van eigenaar Cassie. De plantage produceert koffie

Kaart 4.VEL 661 (1798)

Plantage 12. (Barcellona)

alternatieve naam:

Eigenaar:  Bourda (1788, '92, '98)

Beheerder/directeur/administrateur: 

Aantal tot slaaf gemaakten:

Omvang: 250 akkers

Product: koffie ('98)

Gegevens uit de bronnen: Op kaart 4.VEL 1502 zijn aan de zuidkant van kanaal 2 dertien plantages ingekleurd. De achtste plantage (te beginnen met tellen achter Belle Vue) heet de Barcellona. Ik ben in de bronnen (vooralsnog) geen gegevens tegengekomen die deze plantage vermelden.

1788: NL-HaNA 1.05.01.02, invnr 191: Generale Staat van de Rivier Demerary (...), 1788. scan 5: volgnr. 60: Deze plantage heeft geen naam en wordt als ' houtgrond'  omschreven. Het perceel is 250 akkers groot en eigendom van J. Bourda

1792: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 1499A: Canaal no. 2 Zuidzijde. Plantage 7 (achter Belle Vue) is eigendom van J. Bourda

ca. 1795?: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 1502: de plantage aan de Zuidzijde van Canaal 2, tussen Nimwegen en Johanna Philippina heet Barcellona

1798: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 661 (Engelse kaart): nr 2 Canal, aan de Zuidzijde. De plantage tussen Marchend & Cassu en Ramsden is van Bourda

1798: Nationaal Archief, kaart van F. van Buchenroeder 4.VEL1490A: met de bijbehorende Liste des Habitations etc. in 1490C: In Canal No. 2 au Sud, is plantage nr. 8 van eigenaar J. Bourda. De plantage produceert koffie

Kaart 4.VEL 1499 uit 1792

Plantage 13. (Nimwegen) The Grove (1788)

alternatieve naam:

Eigenaar:  James Heron en Patrick Daely (1784-1787), James Heron (1788-1793) Frans van der Velden (1793-)

Beheerder/directeur/administrateur: 

Aantal tot slaaf gemaakten: 12 ('88) 9 arbeidskrachten ('92), 16 ('93)

Omvang: 250 akkers ('88)

Product: koffie ('88, ' 98)

Gegevens uit de bronnen: Op kaart 4.VEL 1502 zijn aan de zuidkant van kanaal 2 dertien plantages ingekleurd. De zevende plantage (te beginnen met tellen achter Belle Vue) heet de Nimwegen. Ik ben in de bronnen (vooralsnog) geen gegevens tegengekomen die deze plantage vermelden. De gegevens op de kaarten kloppen niet met die in de bronnen: in de bronnen bezit Ramsden de plantage tussen Heron en Luthers. Op de kaarten zit Heron juist tussen Ramsden en Luthers in.

In 1784 verwierven James Heron en Patrick Dealy een concessie voor 500 akkers in Kanaal 2, Zuidzijde. De ene helft werd door Patrick Dealy in 1787 verkocht aan Michiel Jams daly (namelijk deze plantage), de andere helft (The Grove genaamd) werd in 1793 door de erfgenamen van James Heron verkocht aan Frans van der Velden.

1788: NL-HaNA 1.05.01.02, invnr 191: Generale Staat van de Rivier Demerary (...), 1788. scan 5: volgnr. 61: Deze plantage heet The Grove en is vrij van hypotheeklasten. De plantage, met een omvang van 250 akkers (waarvan 25 akkers in gebruik voor provisie of proviand), is eigendom van J. Heron. Er wonen vier blanken en een ' boschneeger' . Voor tien van de twaalf slaafgemaakten wordt hoofdgeld betaald: zij zijn 'werkbaar'. Er staan 10000 koffiebomen. Eén man is in staat wapens te voeren. Er is één 'hoornbeest' (rund) en een muilezel op de plantage. Ter verdediging beschikt men over een geweer.

1792: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 1499A: Canaal no. 2 Zuidzijde. Plantage 7 (achter Belle Vue) is eigendom van S. Ramsden

1792: NL-HaNA 1.05.04.02 invnr 197, scan 12: Heron & Ruijl betalen voor 9 "werkbare slaaven" op de plantage The Grove fl 22,50 hoofdgeld (belasting)

1793, 3-12: NL-HaNA_1.05.21_AZ.3.6_0002: William Reed (ondertekent Reid) en Alexander Cassie, executeurs ten boedele van wijlen James Heron, bewoner en overleden in Demerary, blijkens een verklaring van 11-2-1793. Zij transporteren aan Frans van den Velden, raadsheer in het Hof van Justitie, plantage 'The Grove' gelegen aan de Westzijde dezer rivier in Canaal nr 2, 250 akkers land en "zestien stuks slaven", cf koopcontract 4-7-1793, gelegen tussen de gronden van Samuel Rameldaij (sic!) ter rechter, en die van Joseph Bourda ter linker zijde. Het is een deel van de 500 akkers die het Hof van Policie op 19-11-1784 aan James Heron en Patrick Daly in eigendom vergunde. 

ca. 1795?: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 1502: de plantage aan de Zuidzijde van Canaal 2, tussen Koningsbergen en Barcellona heet Nimwegen

1798: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 661 (Engelse kaart): nr 2 Canal,de plantage aan de Zuidzijde tussen Heron en Bourda is van Ramsden

1798: Nationaal Archief, kaart van F. van Buchenroeder 4.VEL1490A: met de bijbehorende Liste des Habitations etc. in 1490C: In Canal No. 2 au Sud, is plantage nr. 7 van eigenaar J. Ramsden. De plantage produceert koffie

Kaart 4.VEL 1502 uit ca 1795

Plantage 14. (Koningsbergen) (Maria's Rust, '92)

alternatieve naam:

Eigenaar: James of John Heron en Patrick Dealy (1784), Patrick Dealy (1787), J. Ramsden (1788) Micheil James Daly (1787) Jan Daly (-1791), Samuel en Hendrik Anthony Ramsden (1791-)

Beheerder/directeur/administrateur: 

Aantal tot slaaf gemaakten: mogelijk 12 arbeidskrachten (1792)

Omvang: 250 akkers ('88)

Product: koffie ('98)

Gegevens uit de bronnen: Op kaart 4.VEL 1502 zijn aan de zuidkant van kanaal 2 dertien plantages ingekleurd. De zesde plantage (te beginnen met tellen achter Belle Vue) heet de Koningsbergen. Ik ben in de bronnen (vooralsnog) geen gegevens tegengekomen die deze plantage vermelden.

Er bestaat nog een andere plantage met de naam Koningsbergen, gelegen in Essequebo en eigendom van de weduwe J. Persik-Henderson
In 1784 verwierven James Heron en Patrick Dealy een concessie voor 500 akkers in Kanaal 2, Zuidzijde. De ene helft werd door Patrick Dealy in 1787 verkocht aan Michiel Jams daly (namelijk deze plantage), de andere helft (The Grove genaamd) werd in 1793 door de erfgenamen van James Heron verkocht aan Frans van der Velden.

1788: NL-HaNA 1.05.01.02, invnr 191: Generale Staat van de Rivier Demerary (...), 1788. scan 5: volgnr. 62: Deze plantage heeft geen naam en is vrij van hypotheek. De plantage, met een omvang van 250 akkers, is eigendom van J. Ramsden.  Er woont één vrije 'couleurde' man.

1788, 29-8: NL-HaNA_1.05.21_AZ.3.3_0066: Patrick Daely, eigenaar van zeker stuk grond in Canaal 2 tussen de grond van de thans zijnde eigenare D. Luders aan de ene en Heron aan de andere zijde. Transporteert deze 250 akkers (zoals ze zijn gemeten) aan Michiel James Daly, conform een onderhands contract dd 25-9-1787 tussen Patrick Daely en John Daly jr. (destijds gemachtigde van M.J. Daly). (ook de ondertekening is van resp. P. Dealy en Mich James Daly)

1791, 13-7: NL-HaNA_1.05.21_AZ.3.3_0257: Jan Daly jr. transporteert aan Samuel Ramsden en Hendrik Anthony Ramsden 250 akkers land, gelegen in Canaal 2 aan de Zuidzijde, tussen de grond van D. Luthers en John Heron: 100 roeden facaden en 750 roeden diepte voor een bedrag van fl 5000,-.

1792: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 1499A: Canaal no. 2 Zuidzijde. Plantage 6 (achter Belle Vue) is eigendom van wijlen Heron

1792: NL-HaNA 1.05.04.02 invnr 197, scan 12: Samuel Ramsden betaalt voor 12 "werkbare slaaven" op de plantage Maria's Rust fl 30,- hoofdgeld (belasting). Het is onzeker of het hier handelt om de plantage op deze plek. Ik kom de naam Maria's Rust nergens anders tegen; het zou wel overeen komen met de eigenaar (Ramsden) en ongeveer met de volgorde waarin de plantages in deze bron genoemd worden.

ca. 1795?: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 1502: de plantage aan de Zuidzijde van Canaal 2, tussen Hanauw en Nimwegen heet Koningsbergen

1798: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 661 (Engelse kaart): nr 2 Canal,de plantage aan de Zuidzijde tussen Luthers en Ramsden is van Heron

1798: Nationaal Archief, kaart van F. van Buchenroeder 4.VEL1490A: met de bijbehorende Liste des Habitations etc. in 1490C: In Canal No. 2 au Sud, is plantage nr. 6 van eigenaar Van den Velden. De plantage produceert koffie

Kaart 4.VEL 661 uit 1798

Plantage 15. (Hanauw) Kleijn en Rhijn

alternatieve naam:

Eigenaar:  David Luthers (1788, '92, '98), S.R. Nurse (1825)

Beheerder/directeur/administrateur: 

Aantal tot slaaf gemaakten: 19 ('88) 21 arbeidskrachten (1792), 49 (1825)

Omvang: 500 akkers ('88)

Product: koffie ('88, '98)

Gegevens uit de bronnen: Op kaart 4.VEL 1502 zijn aan de zuidkant van kanaal 2 dertien plantages ingekleurd. De vijfde plantage (te beginnen met tellen achter Belle Vue) heet de Hanauw. Ik ben in de bronnen (vooralsnog) geen gegevens tegengekomen die deze plantage vermelden.

1788: NL-HaNA 1.05.01.02, invnr 191: Generale Staat van de Rivier Demerary (...), 1788. scan 5: volgnr. 63: Deze plantage heet Kleijn en Rhijn en is niet belast met een hypotheek. De plantage, met een omvang van 500 akkers (waarvan 4 akkers in gebruik voor voedsel, provisie), is eigendom van D. Luthers. Er wonen drie blanken, voor vijftien van de negentien slaafgemaakten wordt hoofdgeld betaald: zij zijn 'werkbaar'. Er staan 15000 koffiebomen.

1792: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 1499A: Canaal no. 2 Zuidzijde. Plantage 5 (achter Belle Vue) is eigendom van Luthers

1792: NL-HaNA 1.05.04.02 invnr 197, scan 12: David Luthers betaalt voor 21 "werkbare slaaven" op de plantage 'Klein en Rein' fl 52,50 hoofdgeld (belasting)

ca. 1795?: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 1502: de plantage aan de Zuidzijde van Canaal 2, tussen Kleijn Paris en Koningsbergen heet Hanauw

1798: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 661 (Engelse kaart): nr 2 Canal,de plantage aan de Zuidzijde tussen Clijnn en Heron is van Luthers

1798: Nationaal Archief, kaart van F. van Buchenroeder 4.VEL1490A: met de bijbehorende Liste des Habitations etc. in 1490C: In Canal No. 2 au Sud, is plantage nr. 5 van eigenaar Luthers. De plantage produceert koffie

1825: The Demerara & Essequebo Vademecum: plantage Klyn en Ryn in Canal 2 is eigendom van S.R. Nurse. Er werken 49 slaafgemaakten

Kaart 1499 uit ca 1592

Plantage 16. (Kleijn Paris) Mon désir ('88) La Resource / The Resource

alternatieve naam:

Eigenaar: [hypothese: J.F. de Saffon, 1771] A. Descaves (1788), Morris & Postletwaite (1791-'94), William Postletwaithe (1794-), Tarleton & Comp (1825)

Beheerder/directeur/administrateur: 

Aantal tot slaaf gemaakten: 19 (1788), 11 arbeidskrachten (1792)

Omvang: 250 akkers (1788)

Product: koffie ('88, '98)

Gegevens uit de bronnen: Op kaart 4.VEL 1502 zijn aan de zuidkant van kanaal 2 dertien plantages ingekleurd. De vierde plantage (te beginnen met tellen achter Belle Vue) heet de Kleijn Parijs. Ik ben in de bronnen (vooralsnog) geen gegevens tegengekomen die deze plantage vermelden.

1788: NL-HaNA 1.05.01.02, invnr 191: Generale Staat van de Rivier Demerary (...), 1788. scan 5: volgnr. 64: Deze plantage heet Mondisir en is belast met een hypotheek van L. Rigano. De plantage, met een omvang van 250 akkers (5 akkers bestemd voor provisie, voedsel dus), is eigendom van Descaves.  Er wonen vier blanken, voor zestien van de negentien slaafgemaakten wordt hoofdgeld betaald: zij zijn 'werkbaar'. Er staan 9500 koffiebomen. Eén man is in staat wapens te voeren. Er is één 'hoornbeest' (rund) op de plantage. Ter verdediging beschikt men over drie geweren en twee sabels, twaalf pond buskruit en zes pond kogels.

1792: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 1499A: Canaal no. 2 Zuidzijde. Plantage 4 (achter Belle Vue) is eigendom van Descaves

1792: NL-HaNA 1.05.04.02 invnr 197, scan 12: A. Descaves betaalt voor 11 "werkbare slaaven" op de plantage Mon Disir fl 27,50 hoofdgeld (belasting)

1794, 19-3: NL-HaNA_1.05.21_AZ.3.6 scan 9: William "Postelhwaite" te Granada is gemachtigde van de erven van Thomas Morris (blijkens een akte van 9-3-1793 uit Guindee, Noord-Wales). Morris heeft in zijn leven een plantage gekocht van N. Pierson, genaamd geweest La Destinée, en nu The Resource, gelegen in Canaal nr 2, waarvan het transport plaatsvond op 10-1-1791, maar ook toen al was er sprake van een firma Morris & "Posthlethwade", zodat William Postletwaite voor de helft eigenaar is van deze plantage (de bewijzen daarvan zijn ter secretarie geregistreerd). Postletwaite verkoopt nu de andere helft, van de erven Morris, aan zichzelf, zodat hij thans de gehele plantage The Resource bezit.

1794, 19-3: NL-HaNA_1.05.21_AZ.3.6 scan 11: William Postletwaite, die optreedt als gemachtigde van de erfgenamen van Thomas Morris, transporteert aan zichzelf in privé een plantage van 250 akkers gelegen in Canaal 2 eertijds bekend onder de naam Mon Désir en thans getrokken in de plantage La Resource, die de erfgenamen van Thomas Morris (die Postletwaite vertegenwoordigt) op 10-2-1794 hebben verworven. 

ca. 1795?: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 1502: de plantage aan de Zuidzijde van Canaal 2, tussen Nieuw London en Hanauw heet Klein Paris

1798: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 661 (Engelse kaart): nr 2 Canal,de plantage aan de Zuidzijde tussen Mondesir en Luthers is van 'Clijnn' (of hij heet zo)

1798: Nationaal Archief, kaart van F. van Buchenroeder 4.VEL1490A: met de bijbehorende Liste des Habitations etc. in 1490C: In Canal No. 2 au Sud, is plantage nr. 3  en 4 zijn van eigenaar T. Terleton & Comp. De plantage produceert koffie en heet La Recource.

Kaart 4.VEL 1490 uit 1798

Plantage 17. Elbeuf

alternatieve naam: Nieuw London, Mon Désir

Eigenaar:  [hypothese: J.F. de Saffon, 1771] Sebastian Maurice Voiturier, Marie Barbe Sabbathier-Voiturier (-1794), erven Thomas Morris (1794) William Postletwaithe (1794), Tarleton & Comp (1798)

Beheerder/directeur/administrateur: 

Aantal tot slaaf gemaakten: 7 (1788)

Omvang: 250 akkers  (1788)

Product: koffie ('98), niet in cultuur, (1788)

Gegevens uit de bronnen: Op kaart 4.VEL 1502 zijn aan de zuidkant van kanaal 2 dertien plantages ingekleurd. De derde plantage (te beginnen met tellen achter Belle Vue) heet de Nieuw London. In de bron uit 1788 is de derde plantage Elbeuf. Marie Barbe Voiturier, de dochter van Sebastian Maurice Voiturier en een vrouw die in de bron slechts aangeduid wordt met Maja, is in 1786 ondertrouwd met de 13 jaar oudere François Sabbathier, die o.a. aan de overzijde van het kanaal grond in bezit heeft. Bij die gelegenheid wordt vermeld dat Marie Barbe Voiturier geboren is in 'd'Elboeuff'. Elboeuf is een plaats in Normandië.
Het lijkt alsof er een verwisseling heeft plaatsgevonden met de naastgelegen plantage die van Descaves was. zie de aantekening bij de kaart uit 1794

1788: NL-HaNA 1.05.01.02, invnr 191: Generale Staat van de Rivier Demerary (...), 1788. scan 5: volgnr. 65: Deze plantage heet Elbeuf en is belast met een hypotheek van Rigano, Cuche & Le Marchand. De plantage, met een omvang van 250 akkers (2 akkers voor provisie), is eigendom van S. Voittureur.  Er wonen geen blanken, wel worden zes van de zeven aanwezige slaafgemaakten hoofdgeld betaald: zij zijn 'werkbaar'. Er is (nog) geen sprake van een culture. Wel is er ter verdediging een geweer en een sabel aanwezig, zes pond buskruit en tien pond kogels. NB: de hypotheekverstrekkers L. Rigano is de man van Judith le Marchand, J.P. Cuche is de man van Anna Catharina le Marchand, Marchand is het derde kind van wijlen M. de Saffon-Colombier eerder weduwe Le Marchand.

1790, 17-4: NL-HaNA_1.05.21_AZ.3.3_0162: Nicolaas Pierson, planter en inwoner van Demerary, transporteert een stuk grond met een façade van 100 roeden en een diepte van 750 roeden gelegen in Canaal nr 2 tussen de gronden van J. Daly en Vouterier (sic: Voiturier) aan de heer P.F. Collin.

1792: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 1499A: Canaal no. 2 Zuidzijde. Plantage 3 (achter Belle Vue) is eigendom van Morrisson.

1794, 10-2: NL-HaNA_1.05.21_AZ.3.6 scan 8: J.B. Paschirel (of Pasturel), namens de firma Buisson, Fresent en Mopinot (ondertekening: Mopinot Fabre), kooplieden in Demerary, zijn  gemachtigden van A. Descaves (blijkens een notariële akte dd. 22-5-'93 uit St Venant). De firma transporteert aan de erven van wijlen Thomas Morris (vertegenwoordigd door Alexander McRae) 250 akkers land in Canaal nr 2 bekend onder de naam van de plantage Mon Desir tussen de plantages van mvr. de weduwe Saffon en van dhr D. Luthers zoals zij het op 5-2-1793 hebben verworven. Verwarrend is dat volgens kaart 4.VEL 1499 de vierde plantage vanaf Belle Vue eigendom is van Descaves, terwijl volgens kaart 4.VEL 661 de derde plantage Mon Désir heet (en juist die was het eigendom van Descaves)

ca. 1795?: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 1502: de plantage aan de Zuidzijde van Canaal 2, tussenThübingen en Klijn Paris heet Nieuw London

1798: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 661 (Engelse kaart): nr 2 Canal,de plantage aan de Zuidzijde tussen Collin en Clijnn heet Mondesir

1798: Nationaal Archief, kaart van F. van Buchenroeder 4.VEL1490A: met de bijbehorende Liste des Habitations etc. in 1490C: In Canal No. 2 au Sud, is plantage nr. 3  en 4 zijn van eigenaar T. Tarleton & Comp. De plantage produceert koffie en heet La Recource.

Kaart 4.VEL 1502 uit ca 1795

Plantage 18. (Thübingen) Beau Sejour

alternatieve naam:

Eigenaar:  [hypothese: J.F. de Saffon, 1771] kinderen van Madeleine Colombier (wed. Marchand, vr.v. J. F. de Saffon) (-1790)  Nicolaas Pierson (1790) P.F. Collin (1788, '90, '92, '98)

Beheerder/directeur/administrateur: 

Aantal tot slaaf gemaakten: 24 (1792)

Omvang: 250 akkers (1788)

Product: koffie (1798)

Gegevens uit de bronnen: Op kaart 4.VEL 1502 zijn aan de zuidkant van kanaal 2 dertien plantages ingekleurd. De tweede plantage (te beginnen met tellen achter Belle Vue) heet de Thübingen. Ik ben in de bronnen (vooralsnog) geen gegevens tegengekomen die deze plantage vermelden.

1788: NL-HaNA 1.05.01.02, invnr 191: Generale Staat van de Rivier Demerary (...), 1788. scan 5: volgnr. 66: Dit stuk grond heeft geen naam, maar is aangeduid met 'houtgrond'.  Deze grond is onbebouwd. De grond, met een omvang van 250 akkers, is eigendom van P. Collin.

1790, 17-4: NL-HaNA_1.05.21_AZ.3.3_0163: J.J. Marchand en L. Rigano, executeurs ten boedele wijlen mevrouw M. Saffon-Colombier (mede namens haar erfgenaam Jean Pierre Cuche, getr. met Anna Catharina le Marchand) transporteren aan Nicolaas Pearson zeker <…> lands gelegen in Canaal 2 aan de Zuidzijde achter de plantage Bellevue en naast de gronden gelegen in het Canaal van dhr Voiturier ter breedte van 200 roeden facade en 750 roede diepte, makende 500 ackers land. N. Pearson gaat met de transactie akkoord.

1790, 17-4: NL-HaNA_1.05.21_AZ.3.3_0162: Nicolaas Pierson, planter en inwoner van Demerary, transporteert een stuk grond met een façade van 100 roeden en een diepte van 750 roeden gelegen in Canaal nr 2 tussen de gronden van J. Daly en Vouterier (sic: Voiturier) aan de heer P.F. Collin.

1792: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 1499A: Canaal no. 2 Zuidzijde. Plantage 2 (achter Belle Vue) is eigendom van J.F. Collin.

1792: NL-HaNA 1.05.04.02 invnr 197, scan 12: F. Collin betaalt voor 24 "werkbare slaaven" op de plantage Beau Sejour fl 60,- hoofdgeld (belasting)

1798: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 1502: de plantage aan de Zuidzijde van Canaal 2, tussen Haarlem en Nieuw London heet Thübingen

1798: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 661 (Engelse kaart): nr 2 Canal,de plantage tussen Daly en Mondesir is van 'Collin'

1798: Nationaal Archief, kaart van F. van Buchenroeder 4.VEL1490A: met de bijbehorende Liste des Habitations etc. in 1490C: In Canal No. 2 au Sud, is plantage nr. 2  van eigenaar J.F. Collin. De plantage produceert koffie

Kaart 4.VEL 1499 uit 1792

Plantage 19. (Haarlem) (Egipte?)

alternatieve naam: (J. Daly als belending, 1790)

Eigenaar: [hypothese: J.F. de Saffon, 1771] dr. Walrond (1788), John Daly jr (1792, '98)

Beheerder/directeur/administrateur: 

Aantal tot slaaf gemaakten:

Omvang: 250 akkers (1788)

Product: koffie ('98)

Gegevens uit de bronnen: Op kaart 4.VEL 1502 zijn aan de zuidkant van kanaal 2 dertien plantages ingekleurd. De eerste plantage pal achter Belle Vue heet de Haarlem. Ik ben in de bronnen (vooralsnog) geen gegevens tegengekomen die deze plantage vermelden.
Er bestaat nog een andere plantage die 'Haerlem' heet: gelegen aan de Westzeekust van Demerary.

1788: NL-HaNA 1.05.01.02, invnr 191: Generale Staat van de Rivier Demerary (...), 1788. scan 6: volgnr. 67: Dit stuk grond heeft geen naam, maar is aangeduid met 'houtgrond'.  Deze grond is onbebouwd. De grond, met een omvang van 250 akkers, is eigendom van dr. Walrond. Er woont één blanke op dit land.

1790, 17-4: NL-HaNA_1.05.21_AZ.3.3_0163: J.J. Marchand en L. Rigano, executeurs ten boedele wijlen mevrouw M. Saffon-Colombier (mede namens haar schoonzoon Jean Pierre Cuche, getr. met Anna Catharina le Marchand) transporteren aan Nicolaas Pearson zeker <…> lands gelegen in Canaal 2 aan de Zuidzijde achter de plantage Bellevue en naast de gronden gelegen in het Canaal van dhr Voiturier ter breedte van 200 roeden facade en 750 roede diepte, makende 500 ackers land. N. Pearson gaat met de transactie akkoord.

1792: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 1499A: Canaal no. 2 Zuidzijde. Plantage 1 (achter Belle Vue) is eigendom van John  Daly jr.

ca. 1795?: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 1502: de eerste plantage aan de Zuidzijde van Canaal 2, achter Bellevue, heet Haarlem

1798: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 661 (Engelse kaart): nr 2 Canal, de meest oostelijke plantage aan de Zuidkant is van Daly

1798: Nationaal Archief, kaart van F. van Buchenroeder 4.VEL1490A: met de bijbehorende Liste des Habitations etc. in 1490C: In Canal No. 2 au Sud, is plantage nr. 1  van eigenaar John Daly jr. De plantage produceert koffie en heet Egipte.