Kanaal 1 werd gegraven in 1772, tussen de plantages La Grange en Mindenburg het binnenland in. Het kanaal zorgde voor afwatering van die landerijen en tevens voor de bereikbaarheid van de plantages: nagenoeg alle vervoer in Demerary ging per schip. Op kaarten in het Nationaal Archief uit 1776 is duidelijk de planmatige aanleg van dit deel van de kolonie af te lezen. Aan de noordzijde van kanaal 1 zijn vijftien plantages van gelijke grootte ingekleurd, maar in stippellijn nog een groot aantal andere plantages aangegeven, en het kanaal is op deze kaart doorgegraven helemaal tot aan de rivier Essequebo aan toe. Ook kanaal 2, iets ten zuiden van kanaal 1, is op dezelfde manier geprojecteerd.
De plantages in Kanaal 1 werden aangelegd vanaf 1772: in april '73 klaagt A.B. de St. Felix (eigenaar van de eerste plantage, aan de noordzijde, van dit kanaal) over graafwerkzaamheden; het hof verwijst dan naar een besluit dat in januari met betrekking tot dit kanaal is genomen - dat besluit vond ik overigens niet in de notulen. Verder vind ik vermeld dat Jacques Salignac al in 1771 eigenaar was van gronden aan dit kanaal - mogelijk uitgegeven voordat het kanaal daadwerkelijk gegraven werd?
De ontginning gaat erg traag. Op 18 september 1778 klaag Charles Desbaratz dat hij sinds 4-1-1772 een concessie heeft voor een plantage in Canaal 1, maar dat hij daar niet op kan werken omdat de plantages vóór hem (van vader en zoon Boedberg, Weeber, Perpigna en de Salignacs) maar steeds niet bewerkt worden uit onzekerheid over de mogelijkheid om de producten te verkopen. Desbaratz vraagt om deze plantagehouders te verplichten hun land te bewerken, of anders hun land weer af te nemen zodat Desbaratz een stuk grond veel hoger in het kanaal zou kunnen krijgen. Het hof vraagt een standpunt van de 'commissaris van dit kanaal', Joseph Bourda.
In de archieven ben ik in dit kanaal de volgende plantages tegen gekomen (ik start met tellen vanaf La Grange aan de noordzijde van het kanaal, aan het einde spring ik het kanaal over en tel dan vanaf de bos-kant door totdat ik bij 'Heureuse Avanture' aan de Zuidzijde eindig, naast plantage Mindenburg). De bovenstaande kaart (4.VEL 1502 uit ca 1798) is de kaart met het meeste aantal met naam genoemde plantages in dit kanaal, en daarom neem ik die als uitgangspunt. Deze kaart toont zestien met name genoemde plantages aan de noordkant van het kanaal, en elf aan de zuidkant. Er zijn ook nog zes plantages wel ingekleurd, maar niet van een naam voorzien.
De volgende plantages komen in de (geraadpleegde) archieven in kanaal 1 voor:
Basel - Noordzijde - 9
Beau Voisin - Zuidzijde - 25
Boûrdeaux - Zuidzijde - 23
Confiance, la - Noordzijde - 16
Constancia - Noordzijde - 10
Domingo, St: - Zuidzijde - 17
Doña Maria - Zuidzijde - 21
Eendragdt, de - Noordzijde - 7
Engel Rust - Noordzijde - 3
Geneve - Zuidzijde - 22
Heureuse Avanture - Zuidzijde - 27
Java - Noordzijde - 7
Juliana Augusta - Noordzijde - 13
Kinderen, de - Noordzijde - 8
Langenveldt - Noordzijde - 12
Lust en Rust - Noordzijde - 5
Lust en Rust - Noordzijde - 6
Maria Eugenia - Noordzijde - 11
Mon Byou - Noordzijde - 8
Nieuw Boston - Zuidzijde - 19
Observatoire, l' - Noordzijde - 3 en 4
Onderneeming - Noordzijde - 3
Oratoire, l' - Zuidzijde - 24
Parfaite Harmonie, la - Noordzijde - 1
Regdt door Zee - Noordzijde - 4
Rotterdam - Noordzijde - 15
Stargardt - Noordzijde - 14
Stettijn - Noordzijde - 8
Valenzia - Zuidzijde - 18
Vaux-Hall - Noordzijde - 2
Vaux-Hall - Zuidzijde - 26
Versailles - Zuidzijde - 20
niet gelocaliseerde plantage(s)
1772, 25-5: AZ.5.3, scan 99, akte nr 51: Nicolaas Jacobus van Rijn en Louis Latour (of De La Tour) sluiten een Societeit (overeenkomst) om 1000 akkers aan te schaffen, gelegen in het Canaal in Demerary aan de Westwal tussen de plantages Mindenburg en La Granges, namelijk 500 akkers aan de Noordzijde van dit kanaal tussen de scheiding van de gronden van de heeren And. Boedbergh & Weber en de heer Andries Desbarats, en de andere 500 akkers aan de zuidzijde tussen de scheiding van de gronden van And. Boedbergh & Weber en Pieter de Nuijt. De facade van deze gronden loopt van Oost naar West. N.J. van Rijn zal deze gronden vrij en onbelast aan de societeit leveren, L. Latour zal daarentegen zeven werkbare zwarte slaafgemaakten en een zwarte vrouwelijke slaafgemaakte leveren. Bij de scheiding van de Societeit zal Van Rijn de helft van de grond (250 akkers aan weerszijde), en de helft van de dan aanwezige slaafgemaakten overnemen, en Latour de andere helft.
Het is goed mogelijk dat deze transactie gaat over de latere plantages Basel (Noordzijde 9) en Geneve (Zuidzijde 22), die later beide eigendom zijn van Jean Pierre Jourdan, en waarvan in elk geval die op de noordoever gelegen is naast Boedberg en Weber.
Plantage 1. La Parfaite Harmonie
Eigenaar: Antoine Bergounhon de Saint Félix (1772, '74, '76, '83, '84, '88), John Daly (1791, 1792, '98, 1805)
Beheerder/directeur/administrateur: Albert de Neeff (1774) L. de Coral (1788)
Aantal tot slaaf gemaakten: 90 (1788), 104 (1825)
Omvang: 250 akkers (1772, '76), 500 akkers (1788), 250 akkers (1798)
Product: koffie (1788, '98)
Gegevens uit de bronnen: Antoine Bergounhon de St. Felix overlijdt in 1790, nadat hij op 1 april zijn testament heeft opgemaakt. Hij is niet alleen eigenaar van 'La Parfaite Harmonie', maar ook van een plantage in Kanaal 2, en in maart 1789 verwerft hij ook de plantage 'Schoonoord', die aan de Westwal van de rivier ligt, met de achterzijde grenzend aan La Parfaite Harmonie. A.B. de St. Felix was, voordat hij planter werd, maar ook in 1776 nog, chirurgijn op de plantage Princes Carolina, eigendom van baron Van Grovestins. In 1776 machtigt de baron Francois Changuion jr. om specifiek deze chirurgijn te vragen om rekening en verantwoording af te leggen over zijn uitgaven en kosten. In 1783 trouwt De St. Felix met Maria Osborn. Hij wordt dan vermeld als 'inspecteur van 't koninklijk hospitaal' in Demerary.
1772, 25-3: NL-HaNA_1.05.21_AZ.5.3_0091, scan 91: (Franse akte) Francois Desgranges verkoopt aan Antoine Bergounhion de Saint Felix de grond aan het achtereind van de plantage die het eigendom is van de erfgenamen van wijlen Denis des Granges, en gelegen aan de noordzijde van het nieuwe kanaal dat in het westen van de rivier Demerary is gegraven. Belend aan de zuidkant het genoemde kanaal, aan de westzijde de grond die Francois Des Grages verkocht heeft aan Henry Sampson en aan de noordzijde gronden die niet in concessie uitgegeven zijn. Het terrein heeft een facade van 100 roeden en meet 250 akkers in oppervlakte. Tevens worden acht zwarte slaafgemaakte mannen en drie zwarte slaafgemaakte vrouwen verkocht, die bij dit land horen. Francois Des Granges behoudt tot zijn vertrek echter twee van de verkochte zwarten, te weten Auguste (getaxeerd op fl 500,-) en Profit (getaxeerd op fl 350,-), en hij mag tot zijn vertrek op het terrein blijven wonen. De St. Felix betaalt fl 12.000,- met een wisselbrief ten laste van het handelshuis Martin & Joncquière te Amsterdam, namelijk fl 5.350,- voor de genoemde elf slaafgemaakten en het restant voor de grondwaarde.
1772, 3-7: NL-HaNA_1.05.21_AZ.4.5, scan 36, akte 103: A. Bourgounion de St. Felix sluit een hypotheek af bij het huis van negotie Martin & Jonquiere op zijn plantage "A Nommer" (nog een naam te geven, aldus mijn interpretatie) voor fl 12.925,-, en dat is driekwart van de taxatiewaarde, die is vastgesteld door taxateurs Cornelis Overbroek en Joseph Bourda, op 5 mei 1772. [omdat geen naam genoemd is, noch een locatie, staat niet vast dat het om deze plantage gaat; gezien de voorgaande akte is het wel waarschijnlijk]
1773, 23-4: NL-HaNA_1.05.21_AB.3.13, scan 65, p. 98: A.B. de St. Felix heeft een klacht over 't bedelven van 't Canaal tussen de plantages van wijlen Meijer en Des Granges; het hof zal zich gedragen naar de resolutie die in januari ten opzichte van dit Canaal is genomen.
1774, 21-4: NL-HaNA_1.05.21_AZ.1.76: lijst der plantagiën etc.: De eerste plantage in 't Canaal No. 1 heet La Heureuse Avanture: er wordt kennelijk eerst vanuit het zuiden gekeken. De laatste plantage is niet genaamd, maar eigendom van A.B. St. Felix. De 'bediende' (meestal directeur) heet Albert de Neeff. De burgermilitie, die de inventarisatie heeft gemaakt, stelt vast dat de verdedigingsmiddelen (geweren etc.) "niet in order" zijn. De bediende van de plantage legt conform het reglement de eed af.
1776: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 1510: "Plantagiën in het Canaal no: 1 aan de Noordzyde", plantage nr. 12 is 'La Parfaite Harmonie' van A. de St. Felix. De plantage heeft een inhoud van 254 akkers en 187 roeden, een diepte van 750 roeden en een front-breedte van 100 roeden en 8 voet.
1778, 17-12: NL-HaNA_1.05.21_AB.3.24, scan 209, p. 404: A.B. de St. Felix vertelt dat hij zijn koffieplantage (zonder naam of nadere aanduiding) heeft verkocht aan Chevalier de la Valette, maar dat deze de rekening niet kan betalen en nu naar het vaderland is afgereisd om krediet te zoeken. In de tussentijd wil de gemachtigde van de Chevalier de koffieplantage omzetten in een suikerplantage. St. Felix vraagt het hof met succes om die verandering niet toe te staan en om hem zo lang tot administrateur van de plantage aan te stellen, gedurende de tijd dat de verkoop niet definitief is.
1779, 20-3: NL-HaNA_1.05.21_AB.3.25, scan 92, p. 174: A.B. de St. Felix vertelt dat hij in het jaar 1778 zijn plantage La Parfaite Harmonie, gelegen in Canaal no. 2 (sic!), heeft verkocht aan Le Chevallier de Valette onder voorwaarde dat hij de afspraken en contracten naleeft die de verkoper vroeger had gesloten met de andere geïnteresseerden in het kanaal, waarin onder andere is afgesproken dat vier slaafgemaakten van de plantage tot bewerking van het kanaal beschikbaar moeten worden gesteld. De koper vertrok echter naar het vaderland en zijn gemachtigden, Louis Chollet en P.D. Valz, houden zich niet aan de afgesproken bepalingen. De commissaris van het kanaal, Mr. L.I.D. baron van Sirtema van Grovestins, heeft Chollet en Valz daarop (via het hof, op 25 september '78), gesommeerd de benodigde slaafgemaakte zwarten te leveren, op straffe van de boete die in de resolutie uit mei 1774 is opgenomen. Ze hebben de deurwaarder, die deze aanzegging deed, geschoffeerd en niet gehoorzaamd. Het hof beboet de beide mannen nu met een boete van fl 7:4:0 voor elke dag na 2 oktober 1778 tot de dag dat de vier slaafgemaakten zullen worden geleverd. [NB: er is in de stukken veel vaker sprake van een plantage van St. Felix in Canaal 2, en een conflict met de eigenaren van de plantage La Retraite. Die heet echter niet La Parfaite Harmonie, maar ]
1783: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 1497A: de eerste plantage aan de noordzijde van kanaal 1, op enige afstand van plantage La Grange, draagt de naam B. de St. Felix.
1784: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 1498: de plantage nr. 13, in kanaal 1, is eigendom van A.B. de St. Felix
1788: NL-HaNA 1.05.01.02, invnr 191: Generale Staat van de Rivier Demerary (...), 1788. scan 4: volgnr. 40: Plantage La Parfaite Harmonie heeft een hypotheek van het huis Martin & Jonquiere; de eigenaar is A.B. de St. Felix en de administrateur/directeur is L. de Coral. Op de plantage zijn vier blanken. Op de plantage wonen 90 slaafgemaakten, waarvan voor 56 werkbare slaafgemaakten hoofdgeld wordt betaald. De plantage is 500 akkers groot, en er zijn 13 akkers in 'provisie'. Er staan 46.000 koffiebomen en drie katoenbomen. De plantage telt één weerbare blanke, er zijn drie 'hoornbeesten' (runderen). Ter verdediging beschikt men over zes geweren en drie sabels, 25 pond buskruit en twee pond kogels.
1791, 5-12: NL-HaNA_1.05.21_AZ.3.3, scan 298, akte 55: François Martin, die in het besloten testament van Antoine Bergounhon de St. Félix van 1-4-1790 tot mede-voogd is aangesteld over de minderjarige kinderen, genaamd Louis Thomas, Antoine Richard en Anna de St. Felix, transporteert (met toestemming van het Hof van Justitie) de helft in de plantage Le Parfait Harmonie (gelegen in Canaal 1 tussen de achtergrond van plantage Le Grange en plantage Vauxhal) met alle gebouwen, slaafgemaakte mannen en vrouwen, bepotinge en beplantinge en de meubels, conform de taxatie van 7-2-1791, aan Jean Daly jr. De koper sluit een hypotheek af van fl 80.225,-
1792: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 1499A: Canaal no. 1 Noord Zijde. Plantage La Parfaite Harmonie is eigendom van John Daly
ca. 1795?: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 1502: de eerste plantage aan de Noordzijde van Canaal 1 heet La Parfaite Harmonie
1798: Nationaal Archief, kaart van F. van Buchenroeder 4.VEL1490A: met de bijbehorende Liste des Habitations etc. in 1490C: In Canal No. 1 au Nord, is plantage nr. 1 La Parfaite Harmonie van eigenaar John Daly. De plantage is 250 akkers groot en produceert koffie.
ca 1805?: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 661 (Engelse kaart): In de eerste plantage in kanaal 1 staat 'Daly' geschreven
1818: ik tref deze plantage niet aan in het overzicht van Paul Koulen van zijn "lijst van eigenaren en houders van hypotheken".
1825: The Demarara and Essequebo Vademecum: plantage Harmonie, eigendom J.F. Daly qq., met 104 slaafgemaakten
Plantage 2. Vauxhall (Foxhall), Westminster (1825)
Eigenaar: Henry Sampson (1771), weduwe Henry Sampson (1776), erven Sampson (1784, '92, '98), John Meertens (Vauxhall and Westminster; 1825)
Beheerder/directeur/administrateur: J. Brotherson (1788)
Aantal tot slaaf gemaakten: 78 (1788), 183 (1825)
Omvang: 250 akkers (1776, '98)
Product: koffie (1776, '98)
Gegevens uit de bronnen:
1771, 28-12: NL-HaNA_1.05.21_AZ.5.3, scan 84 : (franse akte). Francois Desgranges verkoopt aan Henry Sampson 250 akkers grond aan de noordzijde van het kanaal, gegraven tussen de plantages Le Mindenburg en die van La Granges, liggende vanaf 850 roeden westwaarts vanaf de rivier Demerary. De grond grenst in het oosten aan de gronden van Francois Desgranges, en ten westen aan de grond van Jacques Salignac. Sampson betaalt voor de grond plus een zwarte slaafgemaakte man ('un negre a satisfaction', in de Nederlandse vertaling van het contract staat 'beneffens een neeger naar zijn genoegen') fl 2.421,-
1774, 21-4: NL-HaNA_1.05.21_AZ.1.76: lijst der plantagiën etc.: De plantage naast die van A.B. St. Felix heeft geen naam. De eigenaren zijn 'Blondel & l'Eliman' (wellicht wordt Laliman bedoeld). Kennelijk is de plantage nog niet in cultuur gebracht, want er is geen (blanke) directeur aangetroffen en ook de velden over verdedigingsmiddelen en eed-aflegging zijn oningevuld gebleven.
1774, 21-4: NL-HaNA_1.05.21_AZ.1.76: plantages “in het Canaal no. 1” begint met l’Heureuse Avanture, daarna komt Vauxhal. Eigenaar: Henry Sampson met als ‘bediende’ Wm: Nickels. De verdedigingsmiddelen zijn ‘in goede order’ en de eed is reglementair afgelegd. Daarna volgt ‘la Jalousie’, ook van Henry Sampson, waar geen blanken op aangetroffen zijn. Over verdedigingsmiddelen en eed is niets vermeld. [La Jalousie is, blijkens de volgende akte, gelegen in kanaal 1 'onder de naam van Le Grange'; het lijkt waarschijnlijk dat het deze plantage Vauxhall betreft.]
1774, 1-8: NL-HaNA_1.05.21_AZ.3.1 scan 78 en 131 (akte 30): J.J. Winthuijsen transporteert aan Henry Sampson de plantage La Jalousie, gelegen in deze rivier in het kanaal 1 onder de naam van Le Grange, van 150 roeden facade en 500 roeden diep, makende 250 akkers conform hun contract van 18-4-1774.
Van bovenstaande aktes is niet duidelijk om het om de noordzijde of de zuidzijde van het kanaal gaat.
1776, 18-11: NL-HaNA_1.05.21_AZ.3.1 scan 154 en 205 (akte 40): Jacques Salignac transporteert aan zijn zoon Jan Hendrik Salignac de helft in de plantage l’Observatoire, gelegen in het kanaal aan de Westwal van de rivier, no. 1, tussen de gronden van Hendrik Sampson en Boedberge, groot 500 akkers land, alles conform het contract antenuptiaal gepasseerd op 7-11-1776, voor het huwelijk van Jan Hendrik Salignac met Sara Johanna Verbiest.
1776: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 1510: "Plantagiën in het Canaal no: 1 aan de Noordzyde", plantage nr. 13 is 'Foxhall' van de weduwe H. Sampson. De plantage heeft een inhoud van 254 akkers, een diepte van 750 roeden en een front-breedte van 100 roeden en 6 voet.
Henry Samson heeft in 1774 80 tot slaaf gemaakten gekocht. Hij is daarna overleden zonder de rekening van 15.200 pesos te voldoen aan de slavenhandelaar P. Bovel te Vlissingen. Drie jaar later proberen Bovel en de schipper van het slavenschip 'De Twee Jonge Joachims', kapitein Jan Sap, datr geld via een rechtszaak op St. Eustatius op de erfgenamen van Henry Sampson te verhalen.
1777, 17-7: NL-HaNA_1.05.21_AB.3.22, p. 92 (scan 53): Lucas Jacobse Benners & zoon & compagnie hebben in St. Eustatius verzocht om executie te beleggen op de plantage, slaven, gebouwen, ap- en dependentiën van dien, toebehorende aan de weduwe en erfgenamen van wijlen Henry Sampson. Het bestuur van St. Eustatius verzoekt derhalve om de deurwaarder te gelasten deze zaken publiek te verkopen om daarmee de schuld aan Benners van 15.200 pesos te kunnen betalen. De schuld vloeit voort uit de aankoop van 80 slaafgemaakten door wijlen Henry Sampson, blijkens een obligatie van 8-11-1774. De slaafgemaakten zijn op het schip De Twee Jonge Joachims van kapitein Jan Sap aangevoerd. Opdrachtgever (en eigenaar, dus nu schuldeiser) van het transport was P. Bovel te Vlissingen.
1778, 18-2: NL-HaNA_1.05.21_AB.3.23, p. 77 (scan 45): Een missieve uit St. Eustatius van 30-12-1777 met betrekking tot de verzochte executie-verkoop van de plantage van de erven Henry Sampson; de raad oordeelt dat St. Eustatius geen jurisdictie heeft over een plantage in Demerary, en dat de zaak dus voor deze raad gebracht moet worden. p. 82 (scan 48): Enige raadsheren hebben juridische experts geraadpleegd en zij concluderen dat de vraag uit St. Eustatius toch rechtsgrond heeft en dat derhalve de executie-verkoop van de plantage van de erven Sampson in gang gezet moet worden. Raadsheer Bourda neemt een minderheidsstandpunt in.
1779, 5-2: NL-HaNA_1.05.21_AB.3.25, p. 95 (scan 52): De raadsheren van Demerary bevestigen hun beslissing van een jaar tevoren en zullen aan St Eustatius schrijven dat ze de deurwaarder zullen verzoeken om de executieverkoop in gang te zetten. Raadsheer Bourda blijft tegen.
1783: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 1497A: de tweede plantage aan de noordzijde van kanaal 1, naast B. de St. Felix, is eigendom van V[euve] Samson.
1784: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 1498: de plantage nr. 14, in kanaal 1, is eigendom van "Les H[éreditaires]. de Sampson"
1788: NL-HaNA 1.05.01.02, invnr 191: Generale Staat van de Rivier Demerary (...), 1788. scan 4: volgnr. 41: Plantage Vauxhall & Westmunster is vrij van hypotheek; de eigenaar is de weduwe Sampson en de administrateur/directeur is J. Brotherson. Op de plantage is een blanke. Op de plantage wonen 78 slaafgemaakten, waarvan voor 53 werkbare slaafgemaakten hoofdgeld wordt betaald. De plantage is 500 akkers groot, en er zijn 43 akkers in 'provisie'. Er staan 84.020 koffiebomen. De plantage telt één weerbare blanke, die over één geweer beschikt. NB: plantage Westmunster ligt aan de overzijde van het kanaal (Zuidzijde), tussen Beauvoisin en l'Heureux Aventure.
1791, 5-12: NL-HaNA_1.05.21_AZ.3.3, scan 298, akte 55: François Martin, die in het besloten testament van Antoine Bergounhon de St. Félix van 1-4-1790 tot mede-voogd is aangesteld over de minderjarige kinderen, genaamd Louis Thomas, Antoine Richard en Anna de St. Felix, transporteert (met toestemming van het Hof van Justitie) de helft in de plantage Le Parfait Harmonie (gelegen in Canaal 1 tussen de achtergrond van plantage Le Grange en plantage Vauxhal) met alle gebouwen, slaafgemaakte mannen en vrouwen, bepotinge en beplantinge en de meubels, conform de taxatie van 7-2-1791, aan Jean Daly jr. De koper sluit een hypotheek af van fl 80.225,-
1792: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 1499A: Canaal no. 1 Noord Zijde. Plantage Vaux Hall is eigendom van de Erven Sampson
ca. 1795?: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 1502: de eerste plantage aan de Noordzijde van Canaal 1 heet Vauxhall
1798: Nationaal Archief, kaart van F. van Buchenroeder 4.VEL1490A: met de bijbehorende Liste des Habitations etc. in 1490C: In Canal No. 1 au Nord, is plantage nr. 2 Vauxhall van eigenaar Erve Sampson. De plantage is 250 akkers groot en produceert koffie.
ca 1805?: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 661 (Engelse kaart): In de tweede plantage in kanaal 1 Noordzijde staat 'Vauxhall' geschreven
1818: ik tref deze plantage niet aan in het overzicht van Paul Koulen van zijn "lijst van eigenaren en houders van hypotheken".
1825: The Demarara and Essequebo Vademecum: plantage Vauxhall and Westminster, eigenaar John Meertens, met 183 slaafgemaakten
Plantage 3. l'Observatoire / Engel Rust ('88), / Onderneeming (1825)
alternatieve namen: l'Observation; l'Opservatoire, Observatorio
Eigenaar: Jacques Salignac (1771, 1776), Jean Hendrik Salignac ('76), Anna Margaretha Salignac X Paul David Valtz (1774, '76, '82, '83), Martin & Jonquiere (1786), Engel Loncke (1788, 1792, '98, 1805)
Beheerder/directeur/administrateur:
Aantal tot slaaf gemaakten: 55 (1788),
Omvang: 250 akkers (1788)
Product: koffie (1788)
Plantage l'Observatoire was aanvankelijk twee maal zo groot (500 akkers) en werd door Jacques Salignac gesplitst: in 1774 gaf hij de helft van de plantage aan zijn dochter Anna Margaretha (getrouwd met P.D. Valz), in 1776 gaf hij de andere helft (plantage nr 4) aan zijn zoon Jan Hendrik. Valz en zijn vrouw overleden in 1786, waarna de plantage door de Amsterdamse investeerder Jonquiere (hypotheekhouder) werd verkocht aan Engel Lonke.
Gegevens uit de bronnen:
1771, 28-12: NL-HaNA_1.05.21_AZ.5.3, scan 84 : (franse akte). Francois Desgranges verkoopt aan Henry Sampson 250 akkers grond aan de noordzijde van het kanaal, gegraven tussen de plantages Le Mindenburg en die van La Granges, liggende vanaf 850 roeden westwaarts vanaf de rivier Demerary. De grond grenst in het oosten aan de gronden van Francois Desgranges, en ten westen aan de grond van Jacques Salignac.
1774, 21-4: NL-HaNA_1.05.21_AZ.1.76: lijst der plantagiën etc.: De plantage naast La Jalousie heet "l'Observation" en is eigendom van Jacq Salignac, met als 'bediende' Albert van Kreeken. Er zijn aan de onderzoeker geen verdedigingsmiddelen getoond; de eed is afgelegd door de bediende, volgens het reglement.
1774, 12-10: NL-HaNA_1.05.21_AZ.3.1 scan 90 (akte 43): Jacques Salignac, eigenaar van plantage l’Observatoire gelegen in het Canaal aan de westwal dezer rivier, getekend met nr. 1, verklaart op grond van een contract antenuptiaal met Paul David Valz en zijn dochter Anna Margaretha Salignac (nots Nic. Brahe/Brame te Asd. 9-12-1773), transporteert aan zijn dochter en haar echtgenoot P.D. Valz de helft in de plantage l’Observatoire met de helft van de slaven, gebouwen, landen, beplantinge etc conform de inventaris, ter waarde van fl 20.674:8:-
1776, 18-11: NL-HaNA_1.05.21_AZ.3.1 scan 154 en 205 (akte 40): Jacques Salignac transporteert aan zijn zoon Jan Hendrik Salignac de helft in de plantage l’Observatoire, gelegen in het kanaal aan de Westwal van de rivier, no. 1, tussen de gronden van Hendrik Sampson en Boedberge, groot 500 akkers land, alles conform het contract antenuptiaal gepasseerd op 7-11-1776, voor het huwelijk van Jan Hendrik Salignac met Sara Johanna Verbiest.
1776: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 1510: "Plantagiën in het Canaal no: 1 aan de Noordzyde", plantage nr. 14 is 'l'Observatoire' van P.D. Valz. De plantage heeft een inhoud van 256 akkers, een diepte van 750 roeden en een front-breedte van 102 roeden en 4 voet.
1779, 28-9: NL-HaNA_1.05.21_AZ.3.2, scan 80 (akte 42): Jan Hendrik Salignac verkoopt voor fl 4000,- aan Carsten Bakker 250 akkers aan de noordwal van Canaal nr. 1, tussen de gronden van P.D. Valz en J.W. Boedberg. De verkoper had deze grond verworven bij transportakte van 18-11-1776.
1783: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 1497A: de derde plantage aan de noordzijde van kanaal 1, naast V[euve] Samson, staat op naam van P. de Vals
1784: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 1498: de plantage nr. 15, in kanaal 1, is eigendom van "P.D. Valtz"
1786, 6-10: Stadsarchief Amsterdam: 5075 NA nots C. van Homringh [akte 477, scan 41]: Jean Jonquière, koopman namens zijn societeit van negotie kanterende onder Martin & Jonquière machtigt J. de la Carboniere de Coral, te Demerary, om plantage Lobservatoire met toebehoren, gelegen in kanaal 1 in Demerary aan te kopen en te administreren en regeren.
1788: NL-HaNA 1.05.01.02, invnr 191: Generale Staat van de Rivier Demerary (...), 1788. scan 4: volgnr. 42: Plantage Engel Rust heeft een hypotheek van de firma Martin & Jonquière; de eigenaar is Engel Lonke, een administrateur/directeur is niet vermeld. Op de plantage zijn twee blanken. Op de plantage wonen 55 slaafgemaakten, waarvan voor 42 werkbare slaafgemaakten hoofdgeld wordt betaald. De plantage is 250 akkers groot, en er zijn 3 akkers in 'provisie'. Er staan 23.000 koffiebomen. De plantage telt twee weerbare blanken, en twee "boschneegers". Er zijn elf paarden, een rund en twee muilezels. Ter verdediging zijn er twee geweren, tien sabels en twintig pond buskruit.
1791, 8-2: NL-HaNA_1.05.21_AZ.3.3 scan 206: F. Changuion agent van het negotiekantoor Martin & Joncquiere, en door hen op 6-10-1786 expliciet gemachtigd, transporteert aan Engel Loncke de plantage genaamd L’Observatoire, gelegen in ’t Canaal nr 1 aan de Westzijde van de rivier, met alle slaven, slavinnen, gebouwen en alles wat er in is, cf het onderhandse koopcontract van 10-3-1788
1791, 30-12: Stadsarchief Amsterdam 5075 NA nots. C. van Homringh, invnr 12509, [akte 633, scan 478]: Jean Jonquière namens de negotie Martin & Joncquiere, heeft uit handen van de heren Boode en Bert, kooplieden te Amsterdam, een bedrag ontvangen van fl 34.414: 2:8 afkomstig van Engel Lonke en zijn vrouw Laurentia Louisa Looff, en daarmee draagt Jonquiere het recht van hypotheek over op Boode en Bert voor de plantage l’Observatoire, thans genaamd Engel Rust, gelegen in ’t Canaal nr. 1 te Rio Demerary tussen de plantagiën van de weduwe Ralf Samson en die van Carsten Bakker, ingevolge de hypotheekakte dd 8-2-1791, gesloten voor het hof in Demerary. Hij geeft de hypotheek over aan Jacob Hendrik Boode en, bij diens ontstentenis, aan Johan Fredrik Boode en anders aan de zaakwaarnemers van Boode en Bert.
1792: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 1499A: Canaal no. 1 Noord Zijde. Plantage Observatorio is eigendom van Engel Lonke
ca. 1795?: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 1502: de derde plantage aan de Noordzijde van Canaal 1 heet l'Opservatoire
1798: Nationaal Archief, kaart van F. van Buchenroeder 4.VEL1490A: met de bijbehorende Liste des Habitations etc. in 1490C: In Canal No. 1 au Nord, is plantage nr. 3 Engel Rust van eigenaar Engel Lonke. De plantage is 250 akkers groot en produceert koffie.
ca 1805?: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 661 (Engelse kaart): In de derde plantage in kanaal 1 Noordzijde staat 'Lonke' geschreven
1818: ik tref deze plantage niet aan in het overzicht van Paul Koulen van zijn "lijst van eigenaren en houders van hypotheken".
1825: The Demarara and Essequebo Vademecum: plantage Onderneeming ligt in Kanaal 1, Noordzijde, tussen de plantages Westminster en Recht door Zee. In de lijsten in dit boek komen twee plantages voor die Onderneeming heten: één heeft 175 slaafgemaakten (de eigenaar is niet genoemd), de ander is eigendom van C.G. Storm van 's Gravesande en telt 169 slaafgemaakten.
kaart 4.Vel 1510 uit 1776, waarin plantage 15 van J. Salignac de meest landinwaarts uitgegeven plantage aan kanaal 1 is.
Kaart 4.Vel 1497A uit 1783, met de nog niet tot volle diepte in cultuur gebrachte plantage van 'Bakker'
Kaarta 4.Vel 1502 uit ca 1795, met plantage Regdtdoorzee
Plantage 4. l'Observatoire, Recht door Zee ('88)
alternatieve namen: Regdt door Zee
Eigenaar: Jacques Salignac (1771, 1776), Jean Hendrik Salignac ('76), Carsten Bakker X Catharina Maria Mulder (wed. Sargenton) (1779, '83, '88, '92, 1805), Catharina Maria Sargenton X Gerardus Mahlstedt (1818)
Beheerder/directeur/administrateur:
Aantal tot slaaf gemaakten: 14 (1788),
Omvang: 250 akkers (1788)
Product: koffie (1788)
Plantage l'Observatoire was aanvankelijk twee maal zo groot (500 akkers) en werd door Jacques Salignac gesplitst: in 1774 gaf hij de helft van de plantage aan zijn dochter Anna Margaretha (getrouwd met P.D. Valz), in 1776 gaf hij de andere helft (plantage nr 4) aan zijn zoon Jan Hendrik. Deze verkocht hem al snel (in 1779) door aan Carsten Bakker.
In 1793 is een flink aantal slaafgemaakten van de plantage Recht door Zee ondervraagd over een schietpartij die buurman Boedberg op deze plantage heeft aangericht. Ik heb die gegevens nog niet verwerkt; ze zijn te vinden in bron 1.05.21/invnr/AB.3.52B, scan 1-15 ongeveer.
Gegevens uit de bronnen:
1771, 28-12: NL-HaNA_1.05.21_AZ.5.3, scan 84 : (franse akte). Francois Desgranges verkoopt aan Henry Sampson 250 akkers grond aan de noordzijde van het kanaal, gegraven tussen de plantages Le Mindenburg en die van La Granges, liggende vanaf 850 roeden westwaarts vanaf de rivier Demerary. De grond grenst in het oosten aan de gronden van Francois Desgranges, en ten westen aan de grond van Jacques Salignac.
1774, 21-4: NL-HaNA_1.05.21_AZ.1.76: lijst der plantagiën etc.: De plantage naast La Jalousie heet "l'Observation" en is eigendom van Jacq Salignac, met als 'bediende' Albert van Kreeken. Er zijn aan de onderzoeker geen verdedigingsmiddelen getoond; de eed is afgelegd door de bediende, volgens het reglement.
1774, 12-10: NL-HaNA_1.05.21_AZ.3.1 scan 90 (akte 43): Jacques Salignac, eigenaar van plantage l’Observatoire gelegen in het Canaal aan de westwal dezer rivier, getekend met nr. 1, verklaart op grond van een contract antenuptiaal met Paul David Valz en zijn dochter Anna Margaretha Salignac (nots Nic. Brahe/Brame te Asd. 9-12-1773), transporteert aan zijn dochter en haar echtgenoot P.D. Valz de helft in de plantage l’Observatoire met de helft van de slaven, gebouwen, landen, beplantinge etc conform de inventaris, ter waarde van fl 20.674:8:-
1776, 18-11: NL-HaNA_1.05.21_AZ.3.1 scan 154 en 205 (akte 40): Jacques Salignac transporteert aan zijn zoon Jan Hendrik Salignac de helft in de plantage l’Observatoire, gelegen in het kanaal aan de Westwal van de rivier, no. 1, tussen de gronden van Hendrik Sampson en Boedberge, groot 500 akkers land, alles conform het contract antenuptiaal gepasseerd op 7-11-1776, voor het huwelijk van Jan Hendrik Salignac met Sara Johanna Verbiest.
1776: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 1510: "Plantagiën in het Canaal no: 1 aan de Noordzyde", plantage nr. 15 heeft geen naam, maar is eigendom van Jaque Salignac. De plantage heeft een oppervlakte van 259 akkers en 225 roede, een diepte van 750 roeden en een front-breedte van 102 roeden en 3 voet.
1779, 28-9: NL-HaNA_1.05.21_AZ.3.2, scan 80 (akte 42): Jan Hendrik Salignac verkoopt voor fl 4000,- aan Carsten Bakker 250 akkers aan de noordwal van Canaal nr. 1, tussen de gronden van P.D. Valz en J.W. Boedberg. De verkoper had deze grond verworven bij transportakte van 18-11-1776.
1783: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 1497A: de vierde plantage aan de noordzijde van kanaal 1, naast P. de Vals staat op naam van 'Bakker'
1784: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 1498: de plantage nr. 16, in kanaal 1, is eigendom van "Salignac"
1788: NL-HaNA 1.05.01.02, invnr 191: Generale Staat van de Rivier Demerary (...), 1788. scan 4: volgnr. 42: Plantage Recht door Zee (de vierde plantage in Kanaal 1) is vrij van hypotheek. De eigenaar is C. Bakker., een administrateur/directeur is niet vermeld. Op de plantage zijn twee blanken. Op de plantage wonen 14 slaafgemaakten, waarvan voor 9 werkbare slaafgemaakten hoofdgeld wordt betaald. De plantage is 250 akkers groot, en er zijn 9 akkers in 'provisie'. Er staan 10.000 koffiebomen. Ter verdediging is er een geweer, 4 pond buskruit en 4 pond kogels.
1792: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 1499A: Canaal no. 1 Noord Zijde. Plantage Recht door Zee is eigendom van Cars Bakker
ca. 1795?: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 1502: de vierde plantage aan de Noordzijde van Canaal 1 heet Regt door Zee
1798: Nationaal Archief, kaart van F. van Buchenroeder 4.VEL1490A: met de bijbehorende Liste des Habitations etc. in 1490C: In Canal No. 1 au Nord, is plantage nr. 4 Regt door Zee van eigenaar Corn. Bakker. De plantage is 250 akkers groot en produceert koffie.
ca 1805?: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 661 (Engelse kaart): In de vierde plantage in kanaal 1 Noordzijde staat 'Bakker' geschreven
1818: In het overzicht van Paul Koulen van zijn "lijst van eigenaren en houders van hypotheken" staat op pg. 63, plantage nr 211 'Regt door Zee', gelegen in het aan de West wal der rivier gedolven Canaal no. 1 tusschen plantaadje Lust & Rust en Onderneming; De Nederlandse hypotheekhouder is Jacobus Sargenton, Amsterdam; de eigenaar/geldopnemer is de erve en de gemachtigde nomine uxoris van Gerardus Mahlstedt, Demerarij; De hypotheek bedraagt ƒ 30.000 en is gepasseerd op 9 apr. 1811; Ieder jaar (met 1816, 1817 & 1818) wordt ƒ10.000 afgelost, de rente bedraagt ƒ1.800; Voetnoot 149 geeft de volgende informatie:
EDG 13 okt. 1804: The Underwritten having given to G. Mahlstedt, [….] communication that (H. Cantzlaar and I. L. Eils,) are [the] only Attornies in this Colony, of Messrs. Otto, Sargenton & Co. of Amsterdam, in Quality of Holders of Mortgage on Estate Toevlugt, [….] as also of Mr. J. Sargen-‐ ton of Amsterdam, Heir to his deceased Mother, Widow of C. Backer Esqr. and consequently Heir for one quarter part of Estate Toevlugt, they expect that Mahlstedt will recall his Advertisement of 6th Oct., so that no Person may be misled thereby; The Underwritten adhere to their Advertisement of 29th Sep. "that all Transactions contracted with G. Mahlstedt, concerning Toevlugt Estate, without their concurrence, are Null and void." also that G. Mahlstedt in consequence of [Revocation of Power of Attorney] on him, has no more Administration of Estate Regt door Zee, belonging to Otto, Sargenton & Co. H. Cantzlaar for self and I. L. Eils, qq Otto, Sargenton & Co. & J. Sargenton. Maria Catharina Constantia Mahlstedt (Toevlugt, 1804-‐Schoonhoven 1886), dochter van Gerard Mahlstedt en Catharina Maria Sargenton, trouwt Tilburg 1822 Jacobus Vreede (1796-‐1871). (NP 1955:343 & 368). Catharina Maria Sargenton was een dochter van Catharina Maria Mulder, eerst getrouwd met Jean (Jan) Sargenton en later met Carst(en) Bakker (Backer). Gerard Mahlstedt was de tweede echtgenote van Catharina Maria Sargenton. Zij was eerder getrouwd met Lotharius Kessing. Het geslacht Sargenton is afkomstig uit Bergerac, Périgord, Frankrijk. Het geslacht Mahlstedt is afkomstig uit Altona, bij Hamburg, tot 1864 onderdeel van Denemarken. (Westfriesch Archief in Hoorn heeft gegevens over beide families). Cantzlaar is Hugo Cantzlaar Jansz. (1758-‐1828), zoon van Jan Cantzlaar en Magdalena Groenevelt. Hugo Cantzlaar Jansz. en echtgenote Geertruijda Kamerling, hebben een zoon Gilles Cantzlaar (Breda 1789-‐Utrecht 1857), die trouwt Demerara, 1832, Mary Elisabeth Eversdijk Gallup (Vermont, USA 1807-‐Darmstadt 1881). Gilles Cantzlaar ontvangt in 1834 bij de Emancipatie ƒ45.492, als compensatie voor de vrijmaking van 70 tot slaaf gemaakten op Plantage Toevlugt. (NL, Vol. 38, 1920; LBS). In 1840, wordt hij eigenaar van het landgoed Het Leusveld bij Brummen (Gelderland). I. L. Eils moet waarschijnlijk zijn J. L. Eils, Johan Ludwig Eils.
1825: The Demarara and Essequebo Vademecum: plantage Recht door Zee ligt in Kanaal 1, Noordzijde, tussen de plantages Onderneeming en Lust en Rust.
Kaart 4.VEL 1497A uit 1783, waaruit blijkt dat de plantage uit twee met een weg gescheiden helften bestaat
Kaart 4.VEL 1502 uit ca. 1795, waarin duidelijk twee aparte, verschillend gekleurde plantages zijn getekend, die beide Lust en Rust heten
Kaart 4.Vel 1490A uit 1798
Plantage 5. en 6. Lust en Rust
alternatieve namen:
Eigenaar: Jan Wessel Boedberg (1774, '79), Vader en zoon Boedberg (1778), weduwe Boedberg (1788), erven Boedberg (1792, 1798)
Beheerder/directeur/administrateur: Alb. van Kreeken (1774) J. Peetersen (1788)
Aantal tot slaaf gemaakten: 20 (1788),
Omvang: 250 akkers (1788)
Product: koffie (1788)
Plantage Lust en Rust is op kaart 4.VEL 1502 uit ca. 1795 gesplitst in twee plantages van dezelfde naam. Eerder en later is echter sprake van slechts één plantage, waardoor het aannemelijk is dat de splitsing niet heeft plaatsgevonden.
Eigenaar Johan Wessel Boedberg vraagt op 18-9-1777 ontslag uit zijn functie als burger-kapiteitn omdat een uitterende ziekte hem zo verzwakt dat hij dat ambt niet kan vervullen. Boedberg moet ergens tussen 1783 en 1785 zijn overleden. In 1793 begint Boedbergs zoon een schietpartij op de plantage van de buren, Regt Door Zee. Zie daarvoor bij plantage 4.
Gegevens uit de bronnen:
1774, 21-4: NL-HaNA_1.05.21_AZ.1.76: lijst der plantagiën etc.: De plantage naast l'Observation heeft geen naam, maar is eigendom van J.W. Boedberg, en staat onder 't opzigt van Alb. van Kreeken (de directeur van de buur-plantage) 'bediende' Albert van Kreeken. Er zijn aan de onderzoeker geen verdedigingsmiddelen getoond en er is geen eed afgelegd.
1776, 18-11: NL-HaNA_1.05.21_AZ.3.1 scan 154 en 205 (akte 40): Jacques Salignac transporteert aan zijn zoon Jan Hendrik Salignac de helft in de plantage l’Observatoire, gelegen in het kanaal aan de Westwal van de rivier, no. 1, tussen de gronden van Hendrik Sampson en Boedberge, groot 500 akkers land, alles conform het contract antenuptiaal gepasseerd op 7-11-1776, voor het huwelijk van Jan Hendrik Salignac met Sara Johanna Verbiest.
1776: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 1510: Deze plantage komt op deze kaart (nog) niet voor
1778, 18-9: NL-HaNA_1.05.21_AB.3.24 scan 99, p. 184: Vader en zoon Boedberg bezitten gronden in Kanaal 1, die ze nog steeds niet bewerken, omdat ze ook elders in de kolonie al een plantage hebben (namelijk 'Werk en Rust'). Ook Weeber, Perpigna en de Salignacs hebben hun gronden nog niet bewerkt, en dat levert een andere plantage-eigenaar, Charles Desbaratz, problemen op. Hij vraagt het hof om deze eigenaren te verordonneren hun grond onmiddelijk te gaan bewerken of het anders van ze af te namen.
1779, 28-9: NL-HaNA_1.05.21_AZ.3.2, scan 80 (akte 42): Jan Hendrik Salignac verkoopt voor fl 4000,- aan Carsten Bakker 250 akkers aan de noordwal van Canaal nr. 1, tussen de gronden van P.D. Valz en J.W. Boedberg. De verkoper had deze grond verworven bij transportakte van 18-11-1776.
1780, 1-11: NL-HaNA_1.05.21_AZ.3.2, scan 97, akte 57: Jan Wessel Boedberg, planter, verklaart dat hij aan J.P. Jourdan een stuk land heeft verkocht, groot 250 akkers en gelegen in Kanaal 1, gelegen naast de gronden van Boedberg zelf en die van L. Laliman. De koopakte is gedateerd 1 september 1780, de gronden worden nu getransporteerd
1783, 29-4: NL-HaNA_1.05.21_AZ.3.2, scan 141, akte 23: Louis Sampson transporteert een stuk land aan de vertegenwoordigers van de kinderen van wijlen Michael Looff en M.C. Bart, gelegen in Kanaal 1 tussen de gronden van J. Wessel Boedberg en die van wijlen Arnoldus Weber. Dit stuk land is eerder op de dag door J.W. Boedberg aan Louis Sampson getransporteerd. De kinderen van Looff heten Johan Lauwrens, Johanna Gerardiena Elizabeth Jacoba Constantia Laurentia Louisa Alpheda Cornelia, Maria Catharina en Gerardus Jeremias Looff, en zij worden vertegenwoordigd door J.L. Looff en C. Mulder.
1783: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 1497A: de vijfde plantage aan de noordzijde van kanaal 1, tussen Bakker en Looff staat op naam van 'Boudberg'
1784: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 1498: De laatste plantage aande noordzijde van kanaal 1 is die van Salignac. De plantage van Boedberg staat (nog) niet op deze kaart
1785, 29-3: NL-HaNA_1.05.21_AZ.3.2, scan 184, akte 63: Een van de erfgenamen Looff verkoopt haar 1/7 aandeel in de plantage Eendragt aan een andere erfgenaam Looff. De plantage is gelegen in Kanaal 1 tussen de plantages van wijlen J.W. Boedberg en A. Weber. Hetzelfde gebeurt op 24-4-1785 in de volgende akte.
1788: NL-HaNA 1.05.01.02, invnr 191: Generale Staat van de Rivier Demerary (...), 1788. scan 4: volgnr. 43: Plantage Lust en Rust (de vijfde plantage in Kanaal 1) is vrij van hypotheek. De eigenaar is de weduwe Boedberg, de administrateur/directeur heet J. Peetersen. Op de plantage is één blanke. Op de plantage wonen 20 slaafgemaakten, waarvan voor 18 werkbare slaafgemaakten hoofdgeld wordt betaald. De plantage is 250 akkers groot, en er zijn 25 akkers in 'provisie'. Er staan 10.000 koffiebomen. Ter verdediging zijn er twee geweren, één sabel, twee pond buskruit en tien pond kogels.
1791, 10-10: NL-HaNA_1.05.21_AZ.3.3, scan 289, akte 48: Een representant van de minderjarige kinderen van wijlen M.C. Looff-Bart verkoopt 3/7 van de plantage Eendragt aan een andere erfgenaam Looff. De plantage ligt tussen de gronden van de weduwe Boedberg en die van de erven Weber, in Kanaal 1.
1792: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 1499A: Canaal no. 1 Noord Zijde. Plantage 5 is van de Erv:n Boedbergen en heet Lust en Rust
ca. 1795?: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 1502: de vijfde en zesde plantages, samen even breed als de andere plantages, aan de Noordzijde van Canaal 1 heten Lust en Rust
1798: Nationaal Archief, kaart van F. van Buchenroeder 4.VEL1490A: met de bijbehorende Liste des Habitations etc. in 1490C: In Canal No. 1 au Nord, is plantage nr. 5 Lust en Rust van eigenaar Erve Budberg. De plantage is 250 akkers groot en produceert koffie.
ca 1805?: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 661 (Engelse kaart): In de vijfde plantage in kanaal 1 Noordzijde staat 'Lust en Rust' geschreven; de plantage lijkt wat breder te zijn dan die van de buren
1818: In het overzicht van Paul Koulen van zijn "lijst van eigenaren en houders van hypotheken" staat op pg. 63, plantage nr 211 'Regt door Zee', gelegen in het aan de West wal der rivier gedolven Canaal no. 1 tusschen plantaadje Lust & Rust en Onderneming; De plantage Lust en Rust komt verder niet in dit overzicht voor.
1825: The Demarara and Essequebo Vademecum: plantage Lust en Rust ligt in Kanaal 1, Noordzijde, tussen de plantages Recht door Zee en Java.
Plantage 7. Eendragdt (1788, '92, ca 1805), Java (1825)
alternatieve namen: Eendragt
Eigenaar: J.W. Boedberg (1783), Louis Sampson (1783), weduwe Maria Catharina Looff-Bart en haar zeven kinderen Looff (1783), wed. Looff en Cornelis Mulder (1788), Cornelis Mulder ('92, '93, '95, '98), F.P. van Berckel (1825)
Beheerder/directeur/administrateur:
Aantal tot slaaf gemaakten: 17 (1788), 300 (1825)
Omvang: 250 akkers (1788)
Product: koffie (1788)
Er zijn meer plantages die 'Eendracht' heten. Er is een andere plantage 'Eendracht' aan de Westzeekust (op deze site nr. 19 en 20), er is een derde plantage Eendracht aan de Oostzeekust in de kreek Coerabane. De eigenaresse Maria Catharina Bart, weduwe Looff, is overleden voor juni 1784.
Gegevens uit de bronnen:
1776: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 1510: Deze plantage komt op deze kaart (nog) niet voor
1783, 29-4: NL-HaNA_1.05.21_AZ.3.2, scan 141, akte 23: Louis Sampson transporteert een stuk land aan J.L. Looff en C. Mulder als representanten van de kinderen van wijlen Michael Looff en M.C. Bart, gelegen in Kanaal 1 tussen de gronden van J. Wessel Boedberg en die van wijlen Arnoldus Weber. Dit stuk land is eerder op de dag door J.W. Boedberg aan Louis Sampson getransporteerd. De kinderen van Looff heten Johan Lauwrens, Johanna Gerardiena Elizabeth, Jacoba Constantia, Laurentia Louisa, Alpheda Cornelia, Maria Catharina en Gerardus Jeremias Looff.
1783: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 1497A: de zesde plantage aan de noordzijde van kanaal 1, naast Boudberg staat op naam van 'Looff'
1785, 29-3: NL-HaNA_1.05.21_AZ.3.2, scan 184, akte 63: Engel Loncke, de echtgenoot van Laurentia Louisa Looff verkoopt haar 1/7 aandeel in de plantage Eendragt aan Cornelis Mulder, de man van Jacoba Constantia Looff, met alle bepotinge, beplantinge, slaafgemaakten en een paard. De plantage is gelegen in Kanaal 1 tussen de plantages van wijlen J.W. Boedberg en A. Weber. Dit alles conform hun contract dd 4-1-1785 voor de gezworen klerk J.C. Lanfferman.
1785, 26-4: NL-HaNA_1.05.21_AZ.3.2, scan 185, akte 64: Engel Loncke, de gemachtigde van J[ohan] L[aurens] Looff verkoopt zijn aandeel in de plantage Eendragt aan Cornelis Mulder, de man van Jacoba Constantia Looff, met alle bepotinge, slaafgemaakten en vee. Dit alles conform hun contract dd 4-1-1785 voor de gezworen klerk J.C. Lanfferman.
1786, 27-7: NL-HaNA_1.05.21_AZ.3.3, scan 16, akte 11: Engel Loncke, de gemachtigde van J[ohanna] G[erardina] E[lisabeth] Looff verkoopt haar aandeel in de plantage Eendragt aan Cornelis Mulder, gelegen aan de Noordzijde van Canaal nr. 1, tussen de plantagie Lust en Rust en die van wijlen A. Weber en J.G.E. Looff., voor fl 3.400,-. Dit alles conform hun contract dd 4-1-1785 voor de gezworen klerk J.C. Lanfferman.
1788: NL-HaNA 1.05.01.02, invnr 191: Generale Staat van de Rivier Demerary (...), 1788. scan 4: volgnr. 45: Plantage d'Eendragt (de zesde plantage in Kanaal 1) is vrij van hypotheek. De eigenaar is de weduwe voor 3/7 deel en C. Mulder voor 4/7 deel, de administrateur/directeur is niet vermeld. Op de plantage is één blanke. Op de plantage wonen 17 slaafgemaakten, waarvan voor 12 werkbare slaafgemaakten hoofdgeld wordt betaald. De plantage is 250 akkers groot, en er zijn 15 akkers in 'provisie'. Er staan 10.000 koffiebomen. Er zijn twee mannen in staat om wapens te voeren; er zijn vijf 'hoornbeesten'. Ter verdediging zijn er twee geweren, 2 sabels, 15 pond buskruit en vijf pond kogels.
1791, 10-10: NL-HaNA_1.05.21_AZ.3.3, scan 289, akte 48: P.F. le Bou mede namens J.L. Looff, optredend als voogden namens de minderjarige kinderen van wijlen vrouwe M.C. Bart, weduwe Looff, verkoopt 3/7 van de plantage d'Eendragt aan Cornelis Mulder. De plantage ligt tussen de gronden van de weduwe Boedberg en die van de erven Weber, in Kanaal 1. Dit alles conform het koopcontract van 30-7-1791 (te vinden in het 'Registratiebvoek' nr 5, fol 443 en 444)
1792: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 1499A: Canaal no. 1 Noord Zijde. Plantage 6 is van Cornelis Mulder en heet Eendragt
1793: Nationaal Archief, kaart 4.MIKO 295: Canaal no. 1 Noord Zijde. Plantage 6 is van Cornelis Mulder en heet Eendragt
ca. 1795?: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 1502: de zevende plantages aan de Noordzijde van Canaal 1 heet de Eendragdt
1798: Nationaal Archief, kaart van F. van Buchenroeder 4.VEL1490A: met de bijbehorende Liste des Habitations etc. in 1490C: In Canal No. 1 au Nord, is plantage nr. 6 De Eendracht van eigenaar Cornelis Mulder. De plantage is 250 akkers groot en produceert koffie.
ca 1805?: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 661 (Engelse kaart): In de zesde plantage in kanaal 1 Noordzijde staat 'Eendragt' geschreven.
1817, 21-1: GA Alphen aan den Rijn, 112.2.01 Notarieel, invnr 70: Cornelis Jacobus Mulder en Hendrik Johannes Engel Mulder, beiden eigenaren, in de kolonie Demerary, doch thans alhier, bevestigen hun eerdere procuratie van 12-01-1809 resp. 17-01-1811, voor notaris Daniël Lublink te Amsterdam, op Arend Hendrik Walstab betreffende een hypothecaire schuld op de Plantage voorheen genaamd Eendragt en Uitkomst, thans genaamd Java, gelegen Kanaal nr. 1 in de kolonie Demerary. Walstab mag tot een schikking zien te komen met de eigenaar/debiteur. Getuigen zijn Nicolaas Heerder, winkelier, te Alphen en Arie Stortenbeeker, zonder beroep, te Alphen. Geregistreerd te Alphen 22-01-1817, deel 2, folio 80r.; Zelfde datum: Hendrik Johannes Engel Mulder, eigenaar, te Weespercaspel, maakt zijn testament op en legateert aan zijn neven Arend Jacobus Looff, Carel Lodewijk Jeremias Looff, aan zijn nicht Elisabeth Looff, kinderen van Maria Christina Looff, geboren Van Oolen, thans wonenden te Londen, ieder de som van 3.000 gulden; zijn enige en algemene erfgename wordt zijn huisgenote Sophia Catharina Stulen, wonende bij hem op de plaats Demerary te Weespercarspel. Tot executeurs stelt hij aan Sophia Catharina Stulen en Hendrik Schoemaker te Amsterdam en voor zijn bezittingen in Demerary Arend Hendrik Waldstal te Londen. Getuigen zijn Nicolaas Heerder, winkelier, nr. 148, te Alphen; Arie Stortenbeeker, zonder beroep, nr. 167, te Alphen; Jozeph Dehaijnin, schildersknecht, nr. 152, te Alphen; Jan van Houten, kleermaker, nr. 213, te Alphen.
1818: In het overzicht van Paul Koulen van zijn "lijst van eigenaren en houders van hypotheken" komt plantage De Eendracht in Kanaal nr. 1 niet voor
1825: The Demarara and Essequebo Vademecum: de zesde plantage in Kanaal 1, Noordzijde, tussen de plantages Lust en Rust en De Kinderen heet Java. Elders in het Vademecum staat dat een plantage genaamd Java eigendom is van F.P. van Berckel, en dat er 300 tot slaaf gemaakten wonen.
Plantage 8. Stettijn (ca. 1795), Mon Byou (1798), De Kinderen (1825)
alternatieve namen:
Eigenaar: Arnoldus Weber (1778), Erven Arnoldus Weber (1783, '91)
Beheerder/directeur/administrateur:
Aantal tot slaaf gemaakten:
Omvang: 250 akkers (1798)
Product: koffie (1798)
Arnoldus Weber, ook eigenaar van de plantage 'Werk en Rust' in Paramaribo, koopt en verkoopt in mei 1779 de plantage De Eendracht in de kreek Coerabane aan de Oostzeekust van Demerary. Hier in Kanaal 1 heeft hij een plantage die juist náást 'De Eendracht' ligt, wat een beetje verwarrend is. Tussen 1778 en 1791 wordt geen plantagenaam genoemd, en lijkt het ook alsof de concessie voor het aanleggen van een plantage toen nog niet is gebruikt.
Gegevens uit de bronnen:
1776: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 1510: Deze plantage komt op deze kaart (nog) niet voor
1778, 18-9: NL-HaNA_1.05.21_AB.3.24, scan 99, p. 184: Charles Desbaratz klaagt dat de andere eigenaren van kanaal 1, waaronder 'Weeber', die ook nog elders in de kolonie plantages hebben, hun concessie in kanaal 1 niet gebruiken, en dus het kanaal niet uitgraven, waardoor hij zelf ook niets aan zijn concessie heeft. Hij verzoekt het hof in te grijpen.
1783, 29-4: NL-HaNA_1.05.21_AZ.3.2, scan 141, akte 23: Louis Sampson transporteert een stuk land aan J.L. Looff en C. Mulder als representanten van de kinderen van wijlen Michael Looff en M.C. Bart, gelegen in Kanaal 1 tussen de gronden van J. Wessel Boedberg en die van wijlen Arnoldus Weber. Dit stuk land is eerder op de dag door J.W. Boedberg aan Louis Sampson getransporteerd. De kinderen van Looff heten Johan Lauwrens, Johanna Gerardiena Elizabeth, Jacoba Constantia, Laurentia Louisa, Alpheda Cornelia, Maria Catharina en Gerardus Jeremias Looff.
1783: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 1497A: de grond naast de zesde plantage aan de noordzijde van kanaal 1, van 'Looff', is onbebouwd en onbewerkt.
1785, 29-3: NL-HaNA_1.05.21_AZ.3.2, scan 184, akte 63: Engel Loncke, de echtgenoot van Laurentia Louisa Looff verkoopt haar 1/7 aandeel in de plantage Eendragt aan Cornelis Mulder, de man van Jacoba Constantia Looff, met alle bepotinge, beplantinge, slaafgemaakten en een paard. De plantage is gelegen in Kanaal 1 tussen de plantages van wijlen J.W. Boedberg en A. Weber. Dit alles conform hun contract dd 4-1-1785 voor de gezworen klerk J.C. Lanfferman.
1785, 26-4: NL-HaNA_1.05.21_AZ.3.2, scan 185, akte 64: Engel Loncke, de gemachtigde van J[ohan] L[aurens] Looff verkoopt zijn aandeel in de plantage Eendragt aan Cornelis Mulder, de man van Jacoba Constantia Looff, met alle bepotinge, slaafgemaakten en vee. De plantage is gelegen in Kanaal 1 tussen de plantages van wijlen J.W. Boedberg en A. Weber. Dit alles conform hun contract dd 4-1-1785 voor de gezworen klerk J.C. Lanfferman.
1786, 27-7: NL-HaNA_1.05.21_AZ.3.3, scan 16, akte 11: Engel Loncke, de gemachtigde van J[ohanna] G[erardina] E[lisabeth] Looff verkoopt haar aandeel in de plantage Eendragt aan Cornelis Mulder, gelegen aan de Noordzijde van Canaal nr. 1, tussen de plantagie Lust en Rust en die van wijlen A. Weber en J.G.E. Looff., voor fl 3.400,-. Dit alles conform hun contract dd 4-1-1785 voor de gezworen klerk J.C. Lanfferman.
1788: NL-HaNA 1.05.01.02, invnr 191: Generale Staat van de Rivier Demerary (...), 1788. scan 4: na volgnr. 45 volgt nr. 46, plantage Genève aan de overzijde van het kanaal. Kennelijk is de grond van A. Weber nog steeds niet in cultuur gebracht.
1791, 10-10: NL-HaNA_1.05.21_AZ.3.3, scan 289, akte 48: P.F. le Bou mede namens J.L. Looff, optredend als voogden namens de minderjarige kinderen van wijlen vrouwe M.C. Bart, weduwe Looff, verkoopt 3/7 van de plantage d'Eendragt aan Cornelis Mulder. De plantage ligt tussen de gronden van de weduwe Boedberg en die van de erven Weber, in Kanaal 1. Dit alles conform het koopcontract van 30-7-1791 (te vinden in het 'Registratieboek' nr 5, fol 443 en 444)
1792: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 1499A: Canaal no. 1 Noord Zijde. Plantage 7 is van de Erven Weber en heeft geen naam.
1793: Nationaal Archief, kaart 4.MIKO 295: Canaal no. 1 Noord Zijde. Plantage 7 is van de Erven de Weber en heeft geen naam.
ca. 1795?: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 1502: de plantage aan de Noordzijde van Canaal 1 tussen de Eendragdt en Basel heet 'Stettijn'
1798: Nationaal Archief, kaart van F. van Buchenroeder 4.VEL1490A: met de bijbehorende Liste des Habitations etc. in 1490C: In Canal No. 1 au Nord, is plantage nr. 7 'Mon Byou' van de erven Weber. De plantage is 250 akkers groot en produceert koffie.
ca 1805?: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 661 (Engelse kaart): In de zevende plantage in kanaal 1 Noordzijde staat 'Weber' geschreven.
1818: In het overzicht van Paul Koulen van zijn "lijst van eigenaren en houders van hypotheken" komt deze plantage in Kanaal nr. 1 niet voor
1825: The Demarara and Essequebo Vademecum: de zevende plantage in Kanaal 1, Noordzijde, tussen de plantages Java en Twee Gebroeders heet De Kinderen.
Plantage 9. Basel, Twee Gebroeders (1825)
alternatieve namen:
Eigenaar: Jean Pierre Jourdan (1792, 1798, ca 1805)
Beheerder/directeur/administrateur:
Aantal tot slaaf gemaakten: 7 (1825)
Omvang: 250 akkers
Product: koffie
Jean Pierre Jourdan was als chirurgijn in dienst van de West Indische Compagnie. Hij was ook eigenaar van de plantage 'Genève' aan de overzijde van kanaal 1.
Gegevens uit de bronnen:
1792: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 1499A: Canaal no. 1 Noord Zijde. Plantage 8 is van Jourdan en heeft geen naam.
1793: Nationaal Archief, kaart 4.MIKO 295: Canaal no. 1 Noord Zijde. Plantage 8 is van Jourdan en heeft geen naam.
ca. 1795?: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 1502: de plantage aan de Noordzijde van Canaal 1 tussen Stettijn en Constancia heet 'Basel'
1798: Nationaal Archief, kaart van F. van Buchenroeder 4.VEL1490A: met de bijbehorende Liste des Habitations etc. in 1490C: In Canal No. 1 au Nord, is plantage nr. 8 ongenoemd, maar eigendom van Jourdan. De plantage is 250 akkers groot en produceert koffie.
ca 1805?: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 661 (Engelse kaart): In de achtste plantage in kanaal 1 Noordzijde staat 'Jordan' geschreven.
1818: In het overzicht van Paul Koulen van zijn "lijst van eigenaren en houders van hypotheken" komt deze plantage in Kanaal nr. 1 niet voor
1825: The Demarara and Essequebo Vademecum: de achtste plantage in Kanaal 1, Noordzijde, tussen de plantages De Kinderen en Vrede & Vriendschap heet Twee Gebroeders . Elders in het Vademecum wordt een plantage 'Two Brothers' genoemd; de eigenaar is niet vermeld en er wonen 7 tot slaaf gemaakten
Plantage 10. Constancia (ca 1795), Vrede & Vriendschap (1825)
alternatieve namen:
Eigenaar: (Andries Desbaratz, 1772??) Francois Sabathier (1792, '93, '95, '98, '05), R.B. Knight (1825)
Beheerder/directeur/administrateur:
Aantal tot slaaf gemaakten: 33 (1825)
Omvang: 255 akkers (1798)
Product: koffie (1798)
Francois Sabathier was ook eigenaar van de plantage l'Heureux Aventure aan de overzijde van kanaal 1. Beide plantages waren wellicht eigendom van resp. Andries en Charles Desbaratz
Gegevens uit de bronnen:
1792: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 1499A: Canaal no. 1 Noord Zijde. Plantage 9 is van Sabathier en heeft geen naam.
1793: Nationaal Archief, kaart 4.MIKO 295: Canaal no. 1 Noord Zijde. Plantage 9 is van Sabathier en heeft geen naam.
ca. 1795?: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 1502: de plantage aan de Noordzijde van Canaal 1 tussen Basel en Maria Eugenia heet 'Constancia'
1798: Nationaal Archief, kaart van F. van Buchenroeder 4.VEL1490A: met de bijbehorende Liste des Habitations etc. in 1490C: In Canal No. 1 au Nord, is plantage nr. 9 ongenoemd, maar eigendom van Sabathier. De plantage is 255 akkers groot en produceert koffie.
ca 1805?: Nationaal Archief, kaart 4.VEL 661 (Engelse kaart): In de achtste plantage in kanaal 1 Noordzijde staat 'Sabathier' geschreven.
1818: In het overzicht van Paul Koulen van zijn "lijst van eigenaren en houders van hypotheken" komt deze plantage in Kanaal nr. 1 niet voor
1825: The Demarara and Essequebo Vademecum: de negende plantage in Kanaal 1, Noordzijde, tussen de plantages Twee Gebroeders en Tijd en Vlijt heet Vrede & Vriendschap . Elders in het Vademecum staat dat de plantage 'Vried en Vriendschap' eigendom is van R.B. Knight en dat er 33 slaafgemaakten wonen.
Maak jouw eigen website met JouwWeb